Einde inhoudsopgave
De rechtspositie van de sollicitant en van de werknemer tijdens de proeftijd (MSR nr. 53) 2010/6.3.1
6.3.1 Gelijke behandeling van mannen en vrouwen
mr. R.F. Kötter, datum 30-09-2010
- Datum
30-09-2010
- Auteur
mr. R.F. Kötter
- JCDI
JCDI:ADS387238:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Zie onder andere CGB 15 februari 2001, oordeel 2001-13. Zie voorts HR 24 juni 1988, NJ 1988, 1002 en HvJ EG 8 november 1990, zaak 177/88, NJ 1992, 224, m.nt. Stein (Dekker/VJV).
Gerechtshof 's-Gravenhage 22 februari 2008, JAR 2008/90; gedwongen opzegging vanwege noodzaak tot geven borstvoeding. Directe discriminatie. Toepassing Brown-arrest, HvJ EG 30 juni 1998, nr. C-394/96, JAR 1998/198.
HR 13 september 1991, NJ 1992, 225 (Dekker/VJV). Zie voorts Hof van Justitie EG 8 november 1990, zaak 177/88 NJ 1992, 224, m.nt. Stein (Dekker/VJV).
Artikel 7:646 BW verbiedt het maken van onderscheid tussen mannen en vrouwen, onder andere bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. Op grond van dit uitgangspunt wordt het maken van onderscheid op grond van zwangerschap als direct onderscheid op grond van geslacht aangemerkt. Als direct onderscheid wordt niet alleen de zwangerschap zelf aangemerkt, maar ook de door de werkgever verwachte veelvuldige afwezigheid in verband met zwangerschap en ziekteverschijnselen die daarmee gepaard gaan.1 Zo werd door het Gerechtshof 's-Gravenhage de gedwongen opzegging van een arbeidsovereenkomst vanwege de noodzaak van het geven van borstvoeding als directe discriminatie aangemerkt.2 De weigering om een arbeidsovereenkomst met een vrouw aan te gaan vanwege zwangerschap, is tevens in strijd met de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen.3