Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1348 tot vaststelling van een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming in de Unie en tot intrekking van Richtlijn 2013/32/EU
Artikel 53 Uitzonderingen op de asielgrensprocedure
Geldend
Geldend vanaf 11-06-2024
- Bronpublicatie:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1348 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1348)
- Inwerkingtreding
11-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2024, PbEU L 2024, 2024/1348 (uitgifte: 22-05-2024, regelingnummer: 2024/1348)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
1.
De grensprocedure wordt slechts op niet-begeleide minderjarigen toegepast in de in artikel 42, lid 3, punt b, bedoelde omstandigheden. Bij twijfel over de leeftijd van de verzoeker voeren de bevoegde autoriteiten onverwijld een leeftijdsbeoordeling uit overeenkomstig artikel 25.
2.
De lidstaten passen de grensprocedure niet toe of zetten die procedure stop indien in enige fase van de procedure:
- a)
de beslissingsautoriteit van oordeel is dat de gronden voor het afwijzen van een verzoek als niet-ontvankelijk of voor het toepassen van de versnelde behandelingsprocedure niet of niet langer van toepassing zijn;
- b)
verzoekers met bijzondere opvangbehoeften, waaronder minderjarigen, overeenkomstig hoofdstuk IV van Richtlijn (EU) 2024/1346 niet de nodige ondersteuning kan worden verleend op de in artikel 54 bedoelde locaties;
- c)
verzoekers die bijzondere procedurele waarborgen behoeven, niet de nodige ondersteuning kan worden geboden op de in artikel 54 bedoelde locaties;
- d)
er relevante medische redenen zijn om de grensprocedure niet toe te passen, waaronder redenen in verband met geestelijke gezondheid;
- e)
niet of niet langer aan de waarborgen en voorwaarden voor bewaring die zijn vastgelegd in de artikelen 10 tot en met 13 van Richtlijn (EU) 2024/1346 wordt voldaan en de grensprocedure niet zonder bewaring op de verzoeker kan worden toegepast.
In de in de eerste alinea van dit lid bedoelde gevallen verleent de bevoegde autoriteit de verzoeker toestemming om het grondgebied van de lidstaat binnen te komen en past zij de passende procedure van hoofdstuk III toe.