Artikel 6 EVRM en de civiele procedure
Einde inhoudsopgave
Artikel 6 EVRM en de civiele procedure (BPP nr. 10) 2008/:Verhandeling
Artikel 6 EVRM en de civiele procedure (BPP nr. 10) 2008/
Verhandeling
Documentgegevens:
Mr. P. Smits, datum 06-03-2008
- Datum
06-03-2008
- Auteur
Mr. P. Smits
- JCDI
JCDI:ADS302527:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie onder meer EHRM 28 mei 1985, Ashingdane, serie A, vol 93, § 57; EHRM 22 mei 1984, Lithgow, serie A, vol 102, § 194; EHRM 27 augustus 1991, Philis, serie A, vol 209, § 59; EHRM 21 september 1994, Fayed, serie A, vol 294-b, § 65 en EHRM 13 juli 1995, Tolstoy Miloslavsky, serie A, vol 323, 59.
Peeters (1984), p. 10 e.v. (m.n. p. 14) onder verwijzing naar rechtspraak van Commissie en Hof.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de 'oer'-zaak betreffende het recht op toegang, de zaak Golder, werd reeds door het Europees Hof en de Europese Commissie aangegeven dat dit recht onderworpen is aan beperkingen. Bij de bespreking van de interne en externe toegankelijkheid (par. 2.4-2.6) bleek dit ook al. Immers, het enkele feit dat het procesrecht naar zijn aard formalistisch is en dat de financiële middelen om de burgerlijke procedure voor eenieder toegankelijk te maken, niet onbegrensd zijn, geeft al aan dat beperkingen van het recht op toegang onvermijdelijk zijn.
In de rechtspraak van de Straatsburger organen vindt men tal van voorbeelden waarin beperkingen op het recht op toegang toegestaan worden. Criterium bij de toetsing daarvan is - het zij hier herhaald - of het recht op toegang door de beperking niet in zijn kern wordt aangetast, of het beoogde doel van de beperking gerechtvaardigd is, en of er een proportionele verhouding bestaat tussen doel en gebezigde middelen.1 Men kan ook met Peeters2 zeggen dat de beperkingen van het recht op toegang tot de rechter telkens afgewogen moeten worden tegen de eis van een behoorlijke rechtsbedeling.
Beperkingen kunnen niet alleen gelegen zijn in het procesrecht, doch ook in de staat van personen: sommige categorieën van personen zijn volgens de Straatsburg-se organen (onder omstandigheden) van toegang tot de rechter uitgesloten. Men denke hier aan handelingsonbekwamen, zoals minderjarigen en ondercuratelegestelden.
Genoemde beperkingen vragen om een nadere beschouwing. Hieronder zullen de, wat men kan noemen, processuele en personele beperkingen afzonderlijk besproken worden.