Einde inhoudsopgave
Besluit investeringsaftrek 2014
5.4.2 Reële investeringen
Geldend
Geldend vanaf 27-03-2014. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 17-03-2014
- Bronpublicatie:
17-03-2014, Stcrt. 2014, 8550 (uitgifte: 26-03-2014, regelingnummer: BLKB 2014/106M)
- Inwerkingtreding
27-03-2014, terugwerkend tot: 17-03-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-03-2014, Stcrt. 2014, 8550 (uitgifte: 26-03-2014, regelingnummer: BLKB 2014/106M)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
5.4.2.1. Als de hiervóór onder 5.4.1 omschreven uitsluiting van toepassing is, zijn de inspecteurs gemachtigd de investeringsaftrek volledig toe te passen in de hierna omschreven situatie als is voldaan aan de onder 5.4.4 gestelde voorwaarden. In deze situatie is geen sprake van formeel verwerven en materieel voortzetten van een onderneming, maar van een reële investering.
Een aandelenvennootschap gaat verplichtingen aan voor de verwerving van een onderneming of een gedeelte van een onderneming tegen uitreiking van aandelen, welke onderneming tot het tijdstip van de verwerving buiten Nederland werd gedreven. De bedrijfsmiddelen zijn niet eerder in die hoedanigheid, binnen de door artikel 8, achtste lid, van de Wet VPB bedoelde gelieerde verhoudingen, betrokken geweest in de fiscale wetgeving binnen Nederland en hebben niet eerder ter beschikking gestaan van een binnen Nederland gevestigde onderneming binnen de hiervoor bedoelde gelieerde verhoudingen.
5.4.2.2. Als één van de onder 5.4.1 omschreven uitsluitingen van toepassing is, zijn de inspecteurs gemachtigd de investeringsaftrek volledig toe te passen in de hierna omschreven situaties, als is voldaan aan de onder 5.4.4 gestelde voorwaarden.
In deze situaties is geen sprake van vermogensverschuivingen of worden de vermogensverschuivingen aangemerkt als reële investeringen.
5.4.2.2.1. De aandelenvennootschap gaat verplichtingen aan voor de verwerving van bedrijfsmiddelen die tot het tijdstip van de verwerving tot het privévermogen van de groot-aandeelhouder behoorden en:
- a.
de bedrijfsmiddelen hebben gedurende de laatste vijf jaren niet ter beschikking gestaan van een onderneming binnen de door artikel 8, achtste lid, van de Wet VPB bedoelde gelieerde verhoudingen en worden gelijktijdig met of kort na de verwerving in gebruik genomen;
- b.
de bedrijfsmiddelen staan of stonden reeds ter beschikking van een onderneming binnen de door artikel 8, achtste lid, van de Wet VPB bedoelde gelieerde verhoudingen en gelijktijdig met of kort na de verwerving vindt een ingrijpende wijziging in de aard van de activiteiten van de investerende aandelenvennootschap plaats.
Van een ingrijpende wijziging in de aard van de activiteiten is geen sprake als de activiteit geheel of gedeeltelijk wordt verlegd naar de naastliggende schakel in de bedrijfskolom of wanneer de wijziging een gevolg is van een verschuiving van activiteiten binnen de door artikel 8, achtste lid, van de Wet VPB bedoelde gelieerde verhoudingen. Voorts worden de bedrijfsmiddelen aangewend in een functie die zij nog niet eerder hebben gehad binnen de hierboven bedoelde gelieerde verhoudingen;
- c.
de bedrijfsmiddelen staan of stonden reeds ter beschikking van een onderneming binnen de door artikel 8, achtste lid, van de Wet VPB bedoelde gelieerde verhoudingen en kort na de verwerving wordt in de bedrijfsmiddelen ingrijpend geïnvesteerd ter zake van een om- of verbouw.
Van een ingrijpende investering in een bedrijfsmiddel is eerst sprake als de kosten ten minste een bedrag belopen gelijk aan de totale aanschaffingskosten van dat bedrijfsmiddel. Bij een bedrijfsmiddel dat op grond van artikel 3.45 van de Wet IB 2001 ten dele is uitgesloten van investeringsaftrek (bijvoorbeeld grond en het woongedeelte van bedrijfspanden), worden voor bovenstaande toets als kosten van om- of verbouw in aanmerking genomen de kosten van de om- of verbouw van de niet-uitgesloten bestanddelen. Voor de bepaling van de aanschaffingskosten van het bedrijfsmiddel moet worden uitgegaan van de totale aanschaffingskosten, inclusief de uitgesloten bestanddelen.
Bij de bepaling van de omvang van een om- of verbouw worden zaken die als zelfstandige bedrijfsmiddelen kunnen worden aangemerkt, buiten beschouwing gelaten.
Met een verbouwing wordt in dit verband gelijkgesteld een uitbreiding die met de oorspronkelijke onroerende zaak één bedrijfsmiddel vormt en daarvan niet op eenvoudige wijze is te splitsen;
- d.
de bedrijfsmiddelen staan of stonden reeds ter beschikking van de aandelenvennootschap en zijn door de groot-aandeelhouder gekocht met de bedoeling deze kort na de verwerving zonder winst aan de aandelenvennootschap door te verkopen, hetgeen ook is geëffectueerd.
5.4.2.2.2. De aandelenvennootschap gaat verplichtingen aan voor de verwerving van bedrijfsmiddelen
- —
jegens haar groot-aandeelhouder, waarbij de bedrijfsmiddelen tot dat tijdstip tot het ondernemingsvermogen van de groot-aandeelhouder van zijn in Nederland gedreven (gedeelte van zijn) onderneming behoorden; of
- —
jegens een binnen Nederland gevestigde gelieerde aandelenvennootschap.
De bedrijfsmiddelen hadden onmiddellijk voorafgaand aan het aangaan van de verplichtingen in de onderneming van de groot-aandeelhouder of bij de gelieerde aandelenvennootschap, de hoedanigheid van onderhanden werk dan wel voorraad (grondstoffen, hulpstoffen, goederen in bewerking, gerede producten, handelsgoederen e.d.) en zijn niet eerder binnen de door artikel 8, achtste lid, van de Wet VPB bedoelde gelieerde verhoudingen bedrijfsmiddel geweest.
5.4.2.2.3. De aandelenvennootschap gaat verplichtingen aan jegens een niet binnen Nederland gevestigde gelieerde aandelenvennootschap voor de verwerving van bedrijfsmiddelen. De bedrijfsmiddelen zijn niet eerder in die hoedanigheid binnen de door artikel 8, achtste lid, van de Wet VPB bedoelde gelieerde verhoudingen betrokken geweest in de fiscale wetgeving binnen Nederland en hebben niet eerder ter beschikking gestaan van een binnen Nederland gevestigde onderneming binnen de hiervoor bedoelde gelieerde verhoudingen. Gelijktijdig met of kort na de verwerving worden de bedrijfsmiddelen in gebruik genomen.
5.4.2.2.4. De aandelenvennootschap gaat verplichtingen aan voor de verwerving van bedrijfsmiddelen
- —
jegens de groot-aandeelhouder of
- —
jegens een gelieerde aandelenvennootschap.
Gelijktijdig met of kort voor het aangaan van de verplichtingen gaat het volledige belang in de investerende aandelenvennootschap blijvend over op (een) derde(n). Na de overdracht van het belang is elke gelieerdheid verbroken en is (zijn) de groot-aandeelhouder of de vervreemdende vennootschap en/of haar aandeelhouder(s) vanaf het moment van aandelenoverdracht op geen enkele wijze meer betrokken bij de leiding van de investerende vennootschap. De bij de overdracht van het belang betrokken aandelen zijn tegen een zakelijke prijs overgedragen, waarbij de afwikkeling van deze overdracht is geschied op een wijze zoals tussen derden gebruikelijk is.
5.4.2.2.5. De aandelenvennootschap gaat verplichtingen aan voor het verrichten van werkzaamheden in het kader van de verwerving of verbetering van bedrijfsmiddelen
- —
jegens de groot-aandeelhouder/ondernemer; of
- —
jegens een gelieerde aandelenvennootschap.