Verhandeling

Toelaatbaarheid van grensoverschrijdende splitsing betekent nog niet dat alle mogelijke vormen van splitsing, die bekend zijn in het nationale recht van alle lidstaten, ook grensoverschrijdend kunnen worden toegepast. De vrijheid van vestiging werkt immers niet zo ver door dat onbekende vormen van splitsing door middel van grensoverschrijdende toepassing kunnen worden geïntroduceerd in het recht van een andere lidstaat. Om die reden moet naar mijn mening een vorm van splitsing bekend zijn in alle staten waarvan het recht van toepassing is op de rechtsvormen die bij de grensoverschrijdende splitsing zijn betrokken.

Een nauwkeurig onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds vormen van splitsing, zoals bijvoorbeeld de zuivere splitsing, en anderzijds ‘subvormen van splitsing’ die in de literatuur als vormen van splitsing worden aangeduid maar in feite slechts een vereenvoudiging van de procedure tot splitsing zijn, zoals de moeder-dochter-splitsing in de zin van artikel 2:334hh lid 1 BW en de evenredige splitsing in de zin van artikel 2:334hh lid 2 BW.