Einde inhoudsopgave
Besluit ECB/2014/16 (2014/360/EU) betreffende de oprichting van een administratieve raad voor toetsing en zijn werkwijze
Artikel 15 Bewijsvoering
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2014
- Bronpublicatie:
14-04-2014, PbEU 2014, L 175 (uitgifte: 14-06-2014, regelingnummer: ECB/2014/16 2014/360/EU)
- Inwerkingtreding
15-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-04-2014, PbEU 2014, L 175 (uitgifte: 14-06-2014, regelingnummer: ECB/2014/16 2014/360/EU)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De verzoeker kan de administratieve raad verzoeken bewijsmateriaal aan te mogen voeren, zulks in de vorm van een schriftelijke verklaring, een getuige of deskundigenbewijs.
2.
De verzoeker kan de administratieve raad verzoeken voor een mondelinge getuigenverklaring ter hoorzitting een getuige of een deskundige op te mogen roepen die een schriftelijke verklaring afgelegd heeft. De ECB kan de administratieve raad eveneens verzoeken een getuige of een deskundige op te mogen roepen om ter hoorzitting een mondelinge getuigenverklaring af te leggen.
3.
Toestemming wordt slechts verleend indien de administratieve raad zulks nodig acht voor een billijke beoordeling van de toetsing.
4.
De administratieve raad ondervraagt de getuigen of deskundigen. Dat bewijs wordt binnen de toegestane tijd geleverd. De verzoeker kan alleen door de ECB opgeroepen getuigen of deskundigen aan een kruisverhoor onderwerpen, indien zulks nodig is voor een billijke beoordeling van de toetsing.