Einde inhoudsopgave
Verordening (Euratom) Nr. 302/2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom
Artikel 4 Termijnen
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2005
- Bronpublicatie:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Inwerkingtreding
20-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Milieurecht / Algemeen
Energierecht (V)
De fundamentele technische kenmerken van nieuwe installaties worden uiterlijk 200 dagen vóór de geplande datum van de eerste ontvangst van kerntechnisch materiaal overeenkomstig artikel 3, lid 1, aan de Commissie meegedeeld.
Voor nieuwe installaties met een inventaris of jaarlijkse omzet van kerntechnisch materiaal van meer dan één kilogram effectief, worden alle relevante gegevens betreffende de eigenaar, de exploitant, het doel, de plaats, het type, de capaciteit en de verwachte datum van inbedrijfstelling uiterlijk 200 dagen vóór de aanvang van de bouw aan de Commissie meegedeeld.
Veranderingen in de fundamentele technische kenmerken waarvoor geen voorafgaande kennisgeving is vereist, zoals bepaald in de bijzondere controlebepalingen van artikel 6, worden binnen 30 dagen nadat de verandering is uitgevoerd, aan de Commissie meegedeeld.
Voor installaties op het grondgebied van staten die tot de Europese Unie toetreden, worden de fundamentele kenmerken uiterlijk 30 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening in die staten aan de Commissie meegedeeld, met uitzondering van installaties voor de behandeling of de opslag van afvalstoffen, waarvan de fundamentele technische kenmerken uiterlijk 120 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening in die staten worden medegedeeld.
De bestaande installaties voor de behandeling of opslag van afvalstoffen delen de fundamentele technische kenmerken van hun installatie uiterlijk 120 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening aan de Commissie mee aan de hand van de vragenlijst in bijlage I.
Voor andere bestaande installaties wordt bijkomende informatie die in de vragenlijst in bijlage I wordt gevraagd, uiterlijk 120 dagen na de inwerkingtreding van deze verordening verstrekt.