Rb. Amsterdam, 13-10-2016, nr. 616827 / KG RK 16-2137
ECLI:NL:RBAMS:2016:9747
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
13-10-2016
- Zaaknummer
616827 / KG RK 16-2137
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2016:9747, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 13‑10‑2016; (Conservatoire maatregel)
Uitspraak 13‑10‑2016
Inhoudsindicatie
Gestelde inbreuk portretrecht. Verzoek tot het leggen van conservatoir beslag voor schadevordering geweigerd.
Partij(en)
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
nummers 616827 / KG RK 16-2137 MW/CB
Beschikking van 13 oktober 2016
in de zaak van
1. de vennootschap naar Luxemburgs recht
MAVIC S.À.R.L.,
gevestigd te Luxemburg, Luxemburg,
2. XXX,
wonende te YYY,
verzoekers,
advocaat mr. A.J.F. de Jager te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PICNIC B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gerekwestreerde.
1. Verloop van de procedure
Verzoekers hebben op 10 oktober 2016 een verzoekschrift tot het leggen van conservatoir beslag onder derden ten laste van gerekwestreerde ingediend.
De griffier heeft op 10 oktober 2016 aan (de advocaat van) verzoekers verzocht om na het verstrijken van de termijn in de sommatiebrief van 7 oktober 2016, een aangepast verzoekschrift in te dienen met daarin vermeld de eventuele reactie van gerekwestreerde daarop.
Op 12 oktober 2016 hebben verzoekers een aangepast verzoekschrift ingediend, welk verzoekschrift aan deze beschikking is gehecht.
2. Het verzoek
Verzoekster sub 1 behartigt de belangen van verzoeker sub 2. Op 28 september 2016 heeft gerekwestreerde op haar social media, waaronder Twitter, Facebook en Youtube, een reclamefilmpje gedeeld met de titel “als je op tijd bent hoef je niet te racen”. In de commercial is te zien dat een look-a-like van verzoeker sub 2, die een raceoutfit en race-cap draagt die verzoeker sub 2 draagt tijdens zijn optredens in de media en op het race-circuit, boodschappen van gerekwestreerde rondbrengt. De commercial begint met verzoeker sub 2 die langs een bezorgbus van supermarktketen Jumbo loopt en instapt bij een bezorgbus van gerekwestreerde. In de bezorgbus van gerekwestreerde rijdt verzoeker sub 2 langs het distributiecentrum van gerekwestreerde en bezorgt hij de boodschappen bij klanten van gerekwestreerde. De commercial is een antwoord op een landelijke televisiereclame van supermarktketen Jumbo. In deze commercial brengt de echte verzoeker sub 2 de boodschappen van Jumbo langs de deuren van de klanten met zijn Formule 1-bolide, waarmee Jumbo, net als gerekwestreerde, het thuisbezorgen van boodschappen wenst te promoten.
Verzoekers achten het zeer onwenselijk dat aan de hand van het portret van verzoeker sub 2 commercieel voordeel wordt getrokken uit de wereldwijde bekendheid die verzoeker sub 2 geniet en menen recht te hebben op een schadevergoeding. Bij het bepalen van de hoogte van de schade dient aansluiting te worden gezocht bij de hoogte van de vergoeding die verzoekers hadden kunnen bedingen bij een dergelijke commercial. Uit een advies van sportmarketingbureau Triple Double is een bedrag van € 350.000,-- naar voren gekomen.
Ter zekerheid van hun vorderingen wensen verzoekers ten laste van gerekwestreerde conservatoir beslag te leggen onder een viertal banken.
3. De beoordeling
Verzoeker sub 2 heeft als zeer bekende Nederlandse Formule-1 coureur een verzilverbare populariteit die maakt dat verzoekers een redelijk belang hebben om zich te verzetten tegen commercieel gebruik van het portret van verzoeker sub 2. Daar tegenover staat dat de reclame-uiting van gerekwestreerde overduidelijk een humoristisch bedoelde parodie is op de eerdere reclame-uiting van Jumbo. Met name het feit dat verzoeker sub 2 in de reclame-uiting van gerekwestreerde in een boodschappenauto rijdt die niet te vergelijken is met de Formule-1 wagen in de reclame-uiting van Jumbo, vormt een zodanig contrast dat duidelijk is dat het een parodie betreft. Daar komt bij dat Jumbo, de concurrent van gerekwestreerde, geen bezwaren heeft geuit. Tot slot heeft gerekwestreerde de uiting na sommatie onmiddellijk verwijderd, waardoor de uiting slechts één dag door gerekwestreerde openbaar is gemaakt.
Dit alles maakt dat het de vraag is of de uiting door de rechter onrechtmatig zal worden bevonden en indien dat wel het geval is, in hoeverre aan verzoekers een schadevergoeding zal worden toegekend. Daarom kan de vordering niet als summierlijk deugdelijk worden aangemerkt, en zeker niet tot het begrote bedrag. Ook maken de genoemde omstandigheden het verzoek om conservatoir beslag te mogen leggen disproportioneel. Derhalve wordt het gevraagde verlof geweigerd.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter
weigert het gevraagde verlof.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, op13 oktober 2016.
Coll.