2.6.2 Splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen

De splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen is gedefinieerd in artikel 21 Zesde richtlijn. Bij de splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen gaat ‘het vermogen van de gesplitste vennootschap, zowel rechten als verplichtingen, als gevolg van ontbinding zonder vereffening, in zijn geheel over op verscheidene nieuw opgerichte vennootschappen tegen uitreiking aan aandeelhouders van de gesplitste vennootschap van aandelen van de verkrijgende vennootschappen, eventueel met een bijbetaling in geld welke niet meer mag bedragen dan 10% van de nominale waarde of, bij gebreke van een nominale waarde, van de fractiewaarde van de uitgereikte aandelen’. Via een schakelbepaling in artikel 21 lid 2 Zesde richtlijn is artikel 4 lid 2 Richtlijn 2011/35/EU van overeenkomstige toepassing verklaard. Krachtens dat artikel kan een lidstaat bepalen dat splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen kan plaatsvinden wanneer de gesplitste vennootschap in vereffening is, mits deze mogelijkheid wordt beperkt tot vennootschappen die nog geen begin hebben gemaakt met de verdeling van hun vermogen onder hun aandeelhouders.