Einde inhoudsopgave
Overdrachtsbelastingverordening 1908
Artikel 18 [Waarde van schepen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1909
- Redactionele toelichting
De tekst van deze regeling, zoals deze luidde op 01-01-2000, is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa. De datum van publicatie en de datum van afkondiging bij de inwerkingtredingsgegevens zijn de datum van inwerkingtreding.
- Bronpublicatie:
16-06-1908, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1908, 49 (uitgifte: 24-09-1908, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1909
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-01-1909, Publicatieblad Nederlandse Antillen 1909, 61 (uitgifte: 01-01-1909, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
Met betrekking tot schepen, geldt als waarde, die tot grondslag der heffing moet strekken:
- a.
bij ruiling, de waarde aan de zaken in de akte toegekend, namelijk, indien de waarde van de aan beide zijden afgestane zaken gelijk is, die waarde; anders de hoogste waarde;
- b.
in de gevallen van de artikelen 3, tweede en derde lid, 9 en 11, de waarde in de akte aan de zaken toegekend;
- c.
in alle andere gevallen, de prijs, opgevat als bij artikel 16 omschreven.
Indien echter in alle deze gevallen de in de akte genoemde waarde of de prijs lager is dan de algemeene verkoopwaarde, strekt deze laatste tot grondslag.
Het bepaalde bij artikel 16 is toepasselijk met dien verstande, dat zoo noodig ook, op dezelfde wijze als daar bepaald, de algemeene verkoopwaarde door partijen moet worden geschat.
Wanneer de Inspecteur meent, dat de in de akte uitgedrukte of aan den voet der akte opgegeven koopsom onjuist is of eene waardeschatting of de schatting der algemeene verkoopwaarde hem te laag voorkomt, wordt, hetzij de koopsom, hetzij de waarde, die tot grondslag der heffing moet strekken, door hem ambtshalve geschat en daarover de belasting berekend.