Einde inhoudsopgave
Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
Artikel 13.04 Vast ingebouwde brandblusinstallaties in verblijven, stuurhuizen en passagiersruimten
Geldend
Geldend vanaf 07-10-2018
- Bronpublicatie:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Inwerkingtreding
07-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2018, Stcrt. 2018, 50756 (uitgifte: 26-09-2018, regelingnummer: IENW/BSK-2018/156621)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
In verblijven, stuurhuizen en passagiersruimten mogen, ter bescherming van deze ruimten, slechts geschikte, automatisch werkende sprinklerinstallaties als vast ingebouwde brandblusinstallaties worden geïnstalleerd.
2.
Deze installaties mogen slechts door deskundige bedrijven worden ingebouwd of omgebouwd.
3.
Deze installaties moeten van staal of van gelijkwaardig niet brandbaar materiaal zijn gebouwd.
4.
Deze installaties moeten over de oppervlakken van de grootste te beschermen ruimte ten minste een hoeveelheid water van 5 l/m2 per minuut kunnen sproeien.
5.
Installaties die een kleinere hoeveelheid water sproeien moeten beschikken over een typegoedkeuring op grond van de IMO-Resolutie A.800 (19)1. of een andere door één van de lidstaten erkende norm. De typegoedkeuring wordt uitgevoerd door een erkend classificatiebureau of door een gemachtigde testinstelling. De gemachtigde testinstelling moet voldoen aan de Europese norm EN ISO/IEC 17025 : 2005.
6.
De installaties moeten door een erkend deskundige worden gekeurd:
- a)
vóór de eerste ingebruikstelling;
- b)
vóór een hernieuwde ingebruikstelling na in werking te zijn geweest;
- c)
vóór een hernieuwde ingebruikstelling na een wezenlijke verandering of reparatie, en
- d)
met regelmaat en ten minste elke twee jaar.
Keuringen overeenkomstig onderdeel d kunnen ook worden uitgevoerd door een deskundige van een bedrijf dat deskundig is op het gebied van brandblusinstallaties.
7.
Bij de keuring, bedoeld in het zesde lid, moet de erkend deskundige of deskundige controleren of de installaties aan de eisen van dit artikel voldoen.
De keuring moet ten minste bestaan uit:
- a)
inspectie van de buitenkant van de installatie als geheel;
- b)
controle van de bedrijfszekerheid van de veiligheidssystemen en de sproeikoppen;
- c)
controle van het systeem van druktanks en pompen.
8.
Met betrekking tot de keuring moet een door de erkend deskundige of deskundige ondertekende verklaring worden opgesteld waaruit de datum van de keuring blijkt.
9.
Het aantal van de aanwezige installaties moet in het binnenschipcertificaat worden aangetekend.
Voetnoten
IMO Resolution A.800 (19) aangenomen op 23 november 1995 — Revised Guidelines for Approval of Sprinkler Systems Equivalent to that referred to in SOLAS Regulation II-2/12.