RAV 2018/82
Verzekeringsrecht. Is art. 7:941 lid 5 BW (analoog) van toepassing op een vordering uit hoofde van art. 6 WAM?
HR 06-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1103
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juli 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/02410
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929619:1
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Verzekeringsovereenkomst
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht / Schadeverzekering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1103, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:305, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Verzekeringsrecht. Letselschade. Valsheid in geschrifte. Bewijswaardering.
Is art. 7:941 lid 5 BW (analoog) van toepassing op een vordering uit hoofde van art. 6 WAM? Zat eiseres als passagier in auto tijdens ongeval?
Samenvatting
In september 2001 vindt een aanrijding plaats, waarbij een auto van achteren op een bestelauto rijdt. De bestelauto wordt op dat moment bestuurd door de zoon van X. X stelt dat zij inzittende was van de bestelauto en als gevolg van het ongeval whiplash gerelateerde klachten ondervindt. Daarvoor wendt zij zich rechtstreeks tot de WAM-verzekeraar van de bestuurder van de auto, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.