Einde inhoudsopgave
Besluit 2011/695/EU betreffende de functie en het mandaat van de raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures
Artikel 9 Verzoeken om verlenging van termijnen
Geldend
Geldend vanaf 21-10-2011
- Bronpublicatie:
13-10-2011, PbEU 2011, L 275 (uitgifte: 20-10-2011, regelingnummer: 2011/695/EU)
- Inwerkingtreding
21-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2011, PbEU 2011, L 275 (uitgifte: 20-10-2011, regelingnummer: 2011/695/EU)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Indien een adressaat van een mededeling van punten van bezwaar van mening is dat de voor het beantwoorden van die mededeling van punten van bezwaar gestelde termijn te kort is, kan deze om een verlenging van die termijn verzoeken door middel van een aan de verantwoordelijke directeur te richten met redenen omkleed verzoek. Dit verzoek moet tijdig worden gedaan vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn in procedures op grond van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag en ten minste vijf werkdagen vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn in procedures op grond van Verordening (EG) nr. 139/2004. Indien dat verzoek niet wordt gehonoreerd of indien de adressaat van de mededeling van punten van bezwaar die het verzoek doet, het niet eens is met de duur van de termijnverlenging, kan deze de kwestie vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn ter toetsing aan de raadadviseur-auditeur voorleggen. Nadat de raadadviseur-auditeur de verantwoordelijke directeur heeft gehoord, neemt hij een besluit over de vraag of een verlenging van de termijn noodzakelijk is om de adressaat van een mededeling van punten van bezwaar in staat te stellen om zijn recht te worden gehoord daadwerkelijk uit te oefenen, daarbij rekening houdend met de noodzaak om een nodeloze vertraging van de procedure te vermijden. In procedures op grond van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag neemt de raadadviseur-auditeur onder meer de volgende elementen in aanmerking:
- a)
de omvang en de complexiteit van het dossier;
- b)
de vraag of de adressaat van de mededeling van punten van bezwaar die het verzoek doet, voordien toegang tot de informatie heeft gehad;
- c)
eventuele andere objectieve obstakels waarmee de adressaat van de mededeling van punten van bezwaar die het verzoek doet, wordt geconfronteerd om zijn opmerkingen te kunnen maken.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onder a), kunnen het aantal inbreuken, de mogelijke duur van de inbreuk of inbreuken, de omvang van de documenten en het aantal ervan, en de omvang en de complexiteit van studies van deskundigen bij de beoordeling in aanmerking worden genomen.
2.
Indien andere betrokkenen, een klager of een belanghebbende derde in de zin van artikel 5 van mening zijn dat de termijn om hun standpunt kenbaar te maken, te kort is, kunnen dezen om een verlenging van die termijn verzoeken door tijdig vóór het verstrijken van de oorspronkelijke termijn een met redenen omkleed verzoek aan de verantwoordelijke directeur te richten. Indien dat verzoek niet wordt gehonoreerd of indien de andere betrokkene, klager of belanghebbende derde het met dit besluit niet eens is, kan deze de kwestie ter toetsing aan de raadadviseur-auditeur voorleggen. Nadat de raadadviseur-auditeur de verantwoordelijke directeur heeft gehoord, neemt hij een besluit over de vraag of een verlenging van de termijn dient te worden toegestaan.