Einde inhoudsopgave
Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid
Artikel 68
Geldend
Geldend vanaf 02-05-2019
- Bronpublicatie:
18-04-2019, Stcrt. 2019, 23817 (uitgifte: 01-05-2019, regelingnummer: 2503016/19/DP&O)
- Inwerkingtreding
02-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-04-2019, Stcrt. 2019, 23817 (uitgifte: 01-05-2019, regelingnummer: 2503016/19/DP&O)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bestuur
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Na inwerkingtreding van dit besluit wordt in regelingen en besluiten die verwijzen naar het Organisatiebesluit Ministerie van Veiligheid en Justitie 2015 of de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 gelezen ‘Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid’. In afwachting van aanpassing van de verwijzingen in deze regelingen en besluiten moet worden geacht te zijn verwezen naar bepalingen van gelijke strekking uit het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid.
2.
Besluiten of handelingen die vóór de inwerkingtreding van dit besluit namens de bewindspersoon zijn genomen of verricht door een functionaris van een dienstonderdeel zoals dat dienstonderdeel vóór 26 oktober 2017 werd aangeduid, behouden hun rechtskracht.
3.
Besluiten of handelingen die in de periode vanaf 15 augustus 2018 en vóór de inwerkingtreding van artikel 19, derde lid en artikel 28, vierde lid van dit besluit namens de bewindspersoon door de directeur-generaal Politie dan wel de directeur-generaal Straffen en Beschermen zijn genomen of verricht, behouden hun rechtskracht.
4.
Ondermandaten, volmachten en machtigingen verleend door of namens de directeur-generaal Politie dan wel de directeur-generaal Straffen en beschermen blijven van kracht.