NJB 2017/1589:Insolventie. Deels gelijke overwegingen en beslissingen als in HR 7 juli 2017, nr. 17/02153, ECLI:NL:HR:2017:1280, hiervóór afgedrukt. Faillissement van de andere Nederlandse financieringsmaatschappij. Hoge Raad (verder): 1. Grievenstelsel. Bij de beoordeling of er aanleiding is voor intrekking van de surseance, is het hof niet aan de grieven gebonden. 2. Kwade trouw. Het oordeel van het hof dat de schuldenaar zich heeft schuldig gemaakt aan kwade trouw geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk

NJB 2017/1589

Insolventie. Deels gelijke overwegingen en beslissingen als in HR 7 juli 2017, nr. 17/02153, ECLI:NL:HR:2017:1280, hiervóór afgedrukt. Faillissement van de andere Nederlandse financieringsmaatschappij. Hoge Raad (verder): 1. Grievenstelsel. Bij de beoordeling of er aanleiding is voor intrekking van de surseance, is het hof niet aan de grieven gebonden. 2. Kwade trouw. Het oordeel van het hof dat de schuldenaar zich heeft schuldig gemaakt aan kwade trouw geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk

Documentgegevens:

HR 07-07-2017, ECLI:NL:HR:2017:1281

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 7 juli 2017
Magistraten: Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
Zaaknummer: 17/02165
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Surseance van betaling
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2017:1281, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑07‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:526, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:527, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑05‑2017
Wetingang: (Art. 228 lid 1, art. 231 lid 3, art. 242 lid 1 aanhef en onder 1°, lid 4, art. 243, art. 252 Fw)

Essentie

Insolventie. Deels gelijke overwegingen en beslissingen als in HR 7 juli 2017, nr. 17/02153, ECLI:NL:HR:2017:1280, hiervóór afgedrukt. Faillissement van de andere Nederlandse financieringsmaatschappij. Hoge Raad (verder): 1. Grievenstelsel. Bij de beoordeling of er aanleiding is voor intrekking van de surseance, is het hof niet aan de grieven gebonden. 2. Kwade trouw. Het oordeel van het hof dat de schuldenaar zich heeft schuldig gemaakt aan kwade trouw geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk

Partij(en)

PTIF, adv. mr. R.M. Hermans, vs. Citicorp, adv. mr. J.W.H. van Wijk, mr. J.L.M. Groenewegen q.q., curator in het faillissement van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.