Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/1.3.2.2:1.3.2.2 Goederenrechtelijk regime aandelen op naam: lex societatis en rechtskeuze
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/1.3.2.2
1.3.2.2 Goederenrechtelijk regime aandelen op naam: lex societatis en rechtskeuze
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS438222:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Koppenol-Laforce en Aalderink 2010, p. 541.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Artikel 10:138 lid 1 BW bepaalt dat het goederenrechtelijk regime met betrekking tot aandelen op naam wordt beheerst door de lex societatis. De overdracht van aandelen op naam in bijvoorbeeld een Belgische BVBA wordt derhalve beheerst door Belgisch recht. De lex societatis bepaalt niet alleen hoe een aandeel op naam moet worden overgedragen, maar ook hoe (beperkte) rechten op dat aandeel, zoals een pandrecht of een recht van vruchtgebruik, op een aandeel op naam kunnen worden gevestigd. De vestiging van een pandrecht of vruchtgebruik op een aandeel op naam in een Belgische BVBA wordt derhalve volgens Nederlands ipr beheerst door Belgisch recht (artikel 10:138 lid 1 BW jo. artikel 10:135 lid 1 BW).
Naast de overdracht en de wijze van vestiging van beperkte rechten op een aandeel op naam, worden ook de volgende onderwerpen door de lex societatis beheerst: (i) wie gerechtigd is tot uitoefening van de in het aandeel op naam besloten rechten, (ii) welke rechten op een aandeel op naam kunnen rusten en wat de aard en de inhoud is van die rechten, (iii) op welke wijze die rechten zich wijzigen, overgaan en tenietgaan en welke hun onderlinge verhouding is (artikel 10:138, lid 1 BW jo. artikel 10:135, lid 2 BW).
In Boek 10 BW is herverwijzing – ook wel aangeduid als ‘renvoi’ – uitgesloten. De conflictregels van Boek 10 BW verwijzen alleen naar het interne recht van een staat en niet tevens naar de regels van ipr van het recht van die staat (artikel 10:5 BW). Zou de lex societatis, welke van toepassing is op de overdracht van en vestiging van beperkte rechten op aandelen op naam, verwijzen naar het recht van een andere staat, dan moet vanuit Nederlands perspectief aan die regel van ipr voorbij worden gegaan.
Mogelijkheid tot rechtskeuze
Voor door Nederlands recht beheerste naamloze vennootschappen – en dus niet besloten vennootschappen – kan door middel van een rechtskeuze worden afgeweken van de regel dat het goederenrechtelijk regime met betrekking tot de overdracht van aandelen op naam wordt beheerst door de lex societatis, namelijk: Nederlands recht. Artikel 10:138 lid 2 BW biedt daartoe de mogelijkheid door middel van een rechtskeuze. Deze rechtskeuze is bijzonder, omdat hiermee dwingende regels van Nederlands goederenrecht buiten toepassing kunnen worden verklaard. De rechtskeuze geldt alleen voor door Nederlands recht beheerste naamloze vennootschappen welke zijn genoteerd aan een buitenlandse effectenbeurs, zoals de New York Stock Exchange (NYSE). De aandelen op naam in een dergelijke naamloze vennootschappen worden ook wel aangeduid als ‘American Shares’.1 De rechtskeuze kan worden uitgebracht voor het recht van de staat van vestiging van de betrokken beurs of het recht van de staat waarin met instemming van die beurs leveringen en andere goederenrechtelijke rechtshandelingen betreffende die aandelen kunnen of moeten worden verricht. In artikel 10:138 lid 3 BW is bepaald dat de gedane rechtskeuze in ieder geval moet worden bekendgemaakt in twee landelijk verspreide Nederlandse dagbladen.
Ongeacht het recht dat het goederenrechtelijk regime van aandelen beheerst, of dat recht nu is aangewezen krachtens de objectieve verwijzingsregel van artikel 10:138 lid 1 BW, dan wel krachtens de rechtskeuze van artikel 10:138 lid 2 BW, worden de betrekkingen tussen de aandeelhouder of de (beperkt) gerechtigde en de vennootschap (zoals zeggenschapsrechten, financiële rechten, et cetera) beheerst door de lex societatis. Hetzelfde geldt voor de voorwaarden waaronder de overdracht of de vestiging van een recht aan de vennootschap kan worden tegengeworpen (artikel 10:138 lid 4 BW).