Einde inhoudsopgave
Besluit (GBVB) 2021/509 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528
Artikel 29 Inning van bijdragen
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2021
- Bronpublicatie:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Inwerkingtreding
22-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
1.
Bijdragen aan de faciliteit worden geleverd in euro's.
2.
Iedere beheerder zendt de verzoeken om bijdragen aan de kredieten waarvoor hij verantwoordelijk is, per brief toe aan de bevoegde nationale instanties waarvan de gegevens hem zijn medegedeeld.
3.
Wanneer een steunmaatregel of een deel daarvan via een operatie wordt uitgevoerd, zendt de beheerder voor operaties het verzoek om bijdragen toe aan de bevoegde nationale instantie. Indien de beheerder voor steunmaatregelen reeds het verzoek om bijdragen voor de steunmaatregel heeft gedaan voordat de Raad heeft besloten dat de maatregel of een deel daarvan via een operatie zal worden uitgevoerd, draagt hij de voor de uitvoering benodigde middelen over aan de beheerder voor operaties.
4.
De verzoeken om bijdragen worden verzonden wanneer:
- a)
het comité een begroting voor een begrotingsjaar heeft vastgesteld. Het eerste verzoek om bijdragen dekt de betalingsbehoeften voor de eerste acht maanden. Het tweede verzoek om bijdragen betreft het saldo van de bijdragen, rekening houdend met het saldo van het vorige begrotingsjaar indien het comité heeft besloten dat dit saldo in de lopende begroting wordt opgenomen;
- b)
een gewijzigde begroting is vastgesteld overeenkomstig artikel 19 en de geplande verzoeken om bijdragen voor het lopende jaar niet tijdig voldoen aan de betalingsbehoeften;
- c)
bijdragen aan de minimumdeposito's en de aanvulling daarvan nodig zijn overeenkomstig artikel 28, lid 3, en de leden 9 en 10 van het onderhavige artikel.
5.
De beheerder voor operaties en de beheerder voor steunmaatregelen verzoeken de bijdragende lidstaten om hun bijdragen wanneer de Raad een besluit tot instelling van een operatie dan wel een steunmaatregel heeft vastgesteld, voor zover de beschikbare middelen voor respectievelijk operaties of steunmaatregelen ontoereikend zijn om het bedrag van de betalingen te financieren dat de Raad heeft goedgekeurd op basis van het in zijn besluit vastgestelde referentiebedrag.
6.
Rente die wordt opgebouwd uit bijdragen die de lidstaten overeenkomstig artikel 28, lid 3, punt a), hebben betaald, wordt in aanmerking genomen voor de berekening van hun bijdragen in daaropvolgende gewone verzoeken om bijdragen.
7.
In een verzoek om bijdragen worden verhogingen en verlagingen van de bijdragen per titel van de begroting uitgesplitst.
8.
Onverminderd andere bepalingen van dit besluit, worden de bijdragen binnen 30 dagen na het verzenden van het desbetreffende verzoek betaald, met uitzondering van het eerste verzoek om een bijdrage voor de begroting van een nieuw begrotingsjaar, in welk geval de termijn voor betaling 40 dagen na het verzenden van het desbetreffende verzoek bedraagt.
9.
Ieder deel van de vervroegde bijdragen aan minimumdeposito's dat wordt besteed, wordt aangevuld door de bijdrage van de betrokken lidstaten in het volgende gewone verzoek om bijdragen te verhogen, tenzij deze lidstaten hun bijdrage reeds van tevoren hebben aangevuld. Indien het noodzakelijk is een beroep te doen op een minimumdeposito en de betrokken lidstaten hun bijdragen niet in de tussentijd hebben aangevuld, betalen zij het benodigde bedrag, in voorkomend geval, binnen vijf dagen, krachtens artikel 28, lid 3, punt b).
10.
Elke lidstaat die vooraf een bijdrage aan een minimumdeposito levert, kan de verantwoordelijke beheerder toestaan tot 75 % van die bijdrage te gebruiken om de bijdrage van de betrokken lidstaat aan een operatie of een steunmaatregel te dekken. In dat geval vult de betrokken lidstaat de vooraf betaalde bijdrage aan binnen 90 dagen na het verzenden van een verzoek daartoe door de verantwoordelijke beheerder.
11.
Wanneer de ontwerpbegroting aan het comité is voorgelegd, kan iedere beheerder vóór het einde van het lopende begrotingsjaar aan lidstaten met begrotings- en financiële procedures die geen betaling van hun bijdrage binnen de vastgestelde termijnen toestaan, een vervroegd verzoek doen om bijdragen aan de kredieten waarvoor hij verantwoordelijk is, bij wijze van vooruitbetaling op de bijdragen voor de begroting van het volgende begrotingsjaar.
12.
Elke bijdragende lidstaat of elke derde staat neemt de bankkosten van de betaling van zijn bijdrage voor zijn rekening.
13.
De beheerders bevestigen de ontvangst van de bijdragen waar zij om hebben verzocht.
14.
Verschuldigde terugbetalingen die niet volledig kunnen worden afgetrokken van de aan de faciliteit verschuldigde bijdragen, worden binnen 30 dagen aan de betrokken lidstaten terugbetaald.