V-N 2014/36.9
Noorse CFC-wetgeving in strijd met EER-verdrag ingeval er sprake is daadwerkelijke economische activiteiten, niet in geval van kunstmatige constructies
EFTA 09-07-2014, E-3/13 en E-20/13, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
European Free Trade Association
- Datum
9 juli 2014
- Magistraten
Baudenbacher, Christiansen, Hreinsson
- Zaaknummer
E-3/13 en E-20/13
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS918565:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Europees belastingrecht / Algemeen
- Wetingang
Essentie
Het EVA-hof oordeelt dat er bij de CFC-bepalingen sprake is van strijd met de vrijheid van vestiging en met het vrij kapitaalverkeer. Deze inbreuk is alleen gerechtvaardigd als het van toepassing is op louter kunstmatige constructies.
Samenvatting
Noorwegen voerde begin jaren ’90 van de vorige eeuw in haar belastingwetgeving CFC-bepalingen in (’controlled foreign company’). Het doel van de CFC-bepalingen is het ontgaan van belastingontwijking en het geven van een gelijke behandeling aan Noors kapitaal, waarbij niet van belang is of de investering plaatsvindt in Noorwegen of in een belastingparadijs. Op grond van deze bepalingen wordt belasting geheven van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.