Einde inhoudsopgave
Kadasterwet BES
Artikel 42
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
08-04-2020, Stb. 2020, 149 (uitgifte: 22-05-2020, kamerstukken: 35109)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2020, Stb. 2020, 487 (uitgifte: 02-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vastgoedrecht (V)
1.
Ter inschrijving van het feit dat het nut van een mandelige zaak voor elk van de erven is geëindigd, wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 43 opgemaakte verklaring aangeboden, inhoudende dat naar de verklaring van hen die de inschrijving verlangen, het nut voor elk van de erven is geëindigd, of een authentiek afschrift van de verklaring van de notaris. Werken niet alle rechthebbenden op de mandelige zaak mee, dan vermeldt de notaris in zijn verklaring de reden daarvan.
2.
Ter inschrijving van het bestaan van een grondrente als bedoeld in artikel 100 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek BES, wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 43 opgemaakte verklaring aangeboden, waarin het bestaan van het recht wordt geconstateerd, en die tevens inhoudt:
- a.
de omschrijving van de inhoud van het recht; en
- b.
wie de rechthebbende op dat recht is, met daaraan gehecht de stukken waaruit een en ander blijkt, of authentieke afschriften van die verklaring en die stukken.
3.
Ter inschrijving van het ontstaan van een erfdienstbaarheid door bestemming of herleving, bedoeld in artikel 111, eerste zin, van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek BES, wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 43 opgemaakte verklaring aangeboden, waarin het ontstaan van de erfdienstbaarheid wordt geconstateerd, en die tevens inhoudt:
- a.
de omschrijving van de inhoud van de erfdienstbaarheid; en
- b.
wie de rechthebbende op dat recht is, met daaraan gehecht de stukken waaruit een en ander blijkt, of authentieke afschriften van die verklaring en die stukken.