RAV 2018/3
Overheidsaansprakelijkheid. Kan de Staat een beroep doen op de toerekeningsregel van art. 6:101 lid 2 BW, als bij rechtmatig strafvorderlijk optreden een zaak wordt beschadigd die de verdachte huurde van een derde?
HR 27-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2789
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/02961
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS246687:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2789, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:478, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2016
- Wetingang
Art. 6:101 BW
Essentie
Overheidsaansprakelijkheid. Strafvorderlijk optreden. Toerekening.
Kan de Staat een beroep doen op de toerekeningsregel van art. 6:101 lid 2 BW, als bij rechtmatig strafvorderlijk optreden een zaak wordt beschadigd die de verdachte huurde van een derde?
Samenvatting
Verweerder in cassatie verhuurt een bedrijfsruimte in Rotterdam. In strijd met de huurovereenkomst gebruikt de huurder het gehuurde onder meer om heroïne op te slaan. In juni 2012 is bij een politie-inval 325 kilo heroïne in beslag genomen, waarna de huurder strafrechtelijk is vervolgd en veroordeeld. Bij de politie-inval is bovendien de pui van het gehuurde beschadigd. De verhuurder heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.