Overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van de artikelen 55 en 56 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1963
- Bronpublicatie:
19-09-1960, Trb. 1960, 135 (uitgifte: 26-10-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-1963, Trb. 1963, 164 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Niettegenstaande het bepaalde bij artikel 2 § 2g van het Unieverdrag, kan ieder der Verdragsluitende Partijen de door haar nuttig geachte beperkingen opleggen betreffende de vervreemding — zelfs per aandeel in de eigendom — de verhuur of elke andere wijze van terbeschikkingstelling van nationale zeeschepen of binnenschepen, alsmede betreffende de verwerving van binnenschepen door haar onderdanen en van zeeschepen bestemd om onder nationale vlag te varen.
Artikel 2 § 2g van het Unieverdrag doet niet af aan de regeling inzake de vordering en onteigening van zeeschepen, binnenschepen en luchtvaartuigen alsmede hun ladingen.