Einde inhoudsopgave
Wet op de geneesmiddelenvoorziening BES
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2012
- Bronpublicatie:
05-07-2012, Stb. 2012, 358 (uitgifte: 27-07-2012, kamerstukken: 33139)
- Inwerkingtreding
28-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-07-2012, Stb. 2012, 358 (uitgifte: 27-07-2012, kamerstukken: 33139)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
1.
Indien een apotheker door ziekte of tijdelijke afwezigheid verhinderd is de artsenijbereidkunde in zijn apotheek uit te oefenen, dan wel de inschrijving volgens artikel 9 is vervallen of ingetrokken, kan de Inspecteur aan een andere apotheker op diens verzoek toestaan de artsenijbereidkunde in die apotheek als waarnemende apotheker uit te oefenen. De Inspecteur kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
2.
Gedurende de waarneming heeft de waarnemende apotheker alle bevoegdheden en verplichtingen, welke de apotheker ingevolge deze wet of de ter uitvoering daarvan te geven voorschriften heeft.
3.
De in het eerste lid bedoelde toestemming wordt door de Inspecteur verleend, indien naar zijn oordeel voldoende waarborgen aanwezig zijn voor het nakomen van de verplichtingen in het tweede lid bedoeld. De toestemming wordt in eerste instantie voor drie maanden verleend en kan op aanvrage telkens met drie maanden worden verlengd, met een maximum van één jaar voor de totale waarnemingsperiode voor die apotheek.
4.
De Inspecteur is bevoegd een verleende toestemming in te trekken, indien aan de in het tweede lid gestelde verplichtingen of aan de voorwaarden, waaronder de toestemming is verleend, niet wordt voldaan.
5.
Voor een toestemming tot waarneming als bedoeld in dit artikel, wordt een vergoeding geheven overeenkomstig regelen bij algemene maatregel van bestuur, vast te stellen. De toestemming tot waarneming wordt niet verleend dan nadat de vergoeding is betaald.