Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1009 tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 en (EG) nr. 1107/2009 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2003/2003
Bijlage III Etiketteringsvoorschriften
Geldend
Geldend vanaf 20-11-2024
- Bronpublicatie:
23-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2786 (uitgifte: 31-10-2024, regelingnummer: 2024/2786)
23-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2787 (uitgifte: 31-10-2024, regelingnummer: 2024/2787)
- Inwerkingtreding
20-11-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2786 (uitgifte: 31-10-2024, regelingnummer: 2024/2786)
23-07-2024, PbEU L 2024, 2024/2787 (uitgifte: 31-10-2024, regelingnummer: 2024/2787)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
In deze bijlage worden de etiketteringsvoorschriften voor EU-bemestingsproducten vastgesteld. De in de delen II en III van deze bijlage vastgestelde voorschriften voor een bepaalde productfunctiecategorie (PFC), zoals gespecificeerd in bijlage I, zijn van toepassing op de EU-bemestingsproducten in alle subcategorieën van die PFC.
Deel I. Algemene etiketteringsvoorschriften
1
De volgende gegevens worden verstrekt:
- a)
voor EU-bemestingsproducten in PFC 1 tot en met PFC 6: de aanduiding, zoals vermeld in deel I van bijlage I, van de PFC die overeenstemt met de aangegeven functie van het product;
- b)
voor EU-bemestingsproducten in PFC 7: de aanduidingen, zoals vermeld in deel I van bijlage I, van alle PFC's die overeenstemmen met de aangegeven functies van de samenstellende EU-bemestingsproducten;
- c)
de hoeveelheid van het EU-bemestingsproduct, uitgedrukt als massa of volume;
- d)
instructies voor het beoogde gebruik met betrekking tot de doseringen, het tijdschema, de frequentie en de doelplanten of -paddenstoelen;
- d bis)
andere instructies voor het beoogde gebruik dan onder punt d) zijn vermeld;
- e)
aanbevolen opslagomstandigheden;
- f)
voor producten die een polymeer bevatten zoals bedoeld in deel II, afdeling CMC 9, punt 1, a) of b), van bijlage II:
- i)
de tijdspanne na gebruik waarin de afgifte van nutriënten wordt gereguleerd of de vochtopnamecapaciteit wordt verhoogd (de “werkingsperiode”); deze is niet langer dan de tijdspanne tussen twee toedieningen van bemestingsproducten in overeenstemming met de in punt d) bedoelde instructies voor het gebruik;
- ii)
een instructie om bij de toepassing van het product de bufferzones in acht te nemen die overeenkomstig de desbetreffende nationale voorschriften voor bemestingsproducten vereist zijn, of, bij het ontbreken van dergelijke regels, om het product ten minste drie meter van enig oppervlaktewaterlichaam toe te passen;
- f bis)
voor producten van PFC 3 die een polymeer bevatten zoals bedoeld in deel II, afdeling CMC 9, punt 1 bis, van bijlage II:
- a)
de tijdspanne na gebruik waarin de bodemverbeteraar zijn functie vervult (de ‘werkingsperiode’); deze is niet langer dan de tijdspanne tussen twee toedieningen van bemestingsproducten in overeenstemming met de in punt d) bedoelde instructies voor het gebruik;
- b)
een instructie om bij de toepassing van het product de bufferzones in acht te nemen die overeenkomstig de desbetreffende nationale voorschriften voor bemestingsproducten vereist zijn, of, bij het ontbreken van dergelijke regels, om het product ten minste 3 m van enig oppervlaktewaterlichaam toe te passen;
- c)
een instructie om de nationale voorschriften voor het hanteren van mulchfolies na de werkingsperiode te volgen of, bij het ontbreken van dergelijke voorschriften, om het product na de werkingsperiode in de bodem op te nemen en daar te houden;
- g)
alle relevante informatie over aanbevolen maatregelen voor het beheer van risico's voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, voor de veiligheid of voor het milieu, en
- h)
een lijst van alle bestanddelen die meer dan 5 % van het productgewicht of -volume uitmaken, of in het geval van producten in vloeibare vorm aan de hand van drooggewicht, in aflopende volgorde van grootte drooggewicht;
- i)
een identificatie overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 van alle bestanddelen op de in punt h) bedoelde lijst die een stof of mengsel zijn;
- j)
de aanduidingen van de relevante CMC's als bedoeld in deel I van bijlage II voor elk bestanddeel op de in punt h) bedoelde lijst;
In de natuur voorkomende stoffen kunnen, in aanvulling op de in punt i) gevraagde informatie, aan de hand van hun mineralogische namen worden geïdentificeerd.
2
Indien het EU-bemestingsproduct functies heeft die in twee of meer in bijlage I vermelde PFC's beschreven zijn, mogen uitsluitend de functies waarvoor het EU-bemestingsproduct overeenkomstig deze verordening met succes aan een conformiteitsbeoordeling is onderworpen, worden aangegeven aan de hand van de in deel I van bijlage I vermelde overeenkomstige aanduidingen van PFC's.
3
Indien het EU-bemestingsproduct een bestanddeel bevat dat, indien het als levensmiddel of diervoeder in de handel wordt gebracht, onderworpen zou zijn aan maximumresidugehalten die zijn vastgesteld krachtens Verordening (EG) nr. 470/2009 of Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad (1), maximumresidugehalten die zijn vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad (2), of maximumgehalten die zijn vastgesteld krachtens Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad (3) of Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad (4), en dat bestanddeel bevat een stof in een gehalte dat een van de/het desbetreffende maximumgehalte(n) overschrijdt, dan moet de maximumconcentratie in het EU-bemestingsproduct van die stof worden vermeld, samen met een waarschuwing het EU-bemestingsproduct niet zo te gebruiken dat het tot overschrijding van die grenswaarden voor levensmiddelen en diervoeders komt.
4
Indien het EU-bemestingsproduct afgeleide producten in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009 bevat, met uitzondering van mest, wordt de volgende mededeling op het etiket aangebracht: ‘Landbouwhuisdieren mogen niet worden gevoerd, noch rechtstreeks, noch door grazen, met groenvoer afkomstig van land waarop het product is toegepast, tenzij het maaien of grazen plaatsvindt na het verstrijken van een wachttermijn van ten minste 21 dagen.’.
5
Indien het EU-bemestingsproduct ricine bevat, wordt de volgende mededeling op het etiket aangebracht: ‘Gevaarlijk voor dieren bij inslikken’.
6
Indien het EU-bemestingsproduct verwerkte of niet-verwerkte cacaodoppen bevat, wordt de volgende mededeling op het etiket aangebracht: ‘Giftig voor honden en katten’.
7
De eindgebruiker wordt geïnstrueerd het product niet in contact met de bodem te gebruiken en er, in samenwerking met de producent, voor te zorgen dat het product na het verstrijken van de gebruikstermijn op een verantwoorde wijze wordt verwijderd, indien het EU-bemestingsproduct:
- a)
een groeimedium is zoals bedoeld in deel II, afdeling PFC 4, punt 2 bis, van bijlage I, of
- b)
een polymeer bevat dat in het product gebruikt wordt als bindmiddel zoals bedoeld in deel II, afdeling CMC 9, punt 1, c), van bijlage II, dat niet voldoet aan een van de eisen van deel II, afdeling CMC 1, punt 1, f), i), ii), iii) of iv), van die bijlage;
7 bis
Als het EU-bemestingsproduct geheel of gedeeltelijk bestaat uit thermische oxidatiematerialen en derivaten daarvan zoals bedoeld in CMC 13 in bijlage II, deel II, of uit via pyrolyse of vergassing verkregen materialen zoals bedoeld in CMC 14 in deel II van die bijlage, en het een gehalte aan mangaan (Mn) van meer dan 3,5 massaprocent heeft, wordt het mangaangehalte opgegeven.
7 ter
Wanneer het EU-bemestingsproduct geheel of gedeeltelijk uit zeer zuivere materialen zoals bedoeld in deel II, CMC 15, van bijlage II bestaat en:
- a)
een gehalte aan seleen (Se) van meer dan 10 mg/kg droge stof bevat, wordt het seleengehalte vermeld;
- b)
een gehalte aan chloride (Cl-) van meer dan 30 g/kg droge stof bevat, wordt het chloridegehalte vermeld, tenzij het EU-bemestingsproduct is geproduceerd door middel van een productieproces waarbij stoffen of mengsels die chloride bevatten, zijn gebruikt voor de productie of opname van zouten van alkali- of aardalkalimetalen en overeenkomstig bijlage III informatie over deze zouten wordt verstrekt.
Wanneer het gehalte aan seleen of chloride overeenkomstig punt a) en b) wordt vermeld, wordt het duidelijk gescheiden van de nutriëntendeclaratie en kan het als verschillende waarden worden uitgedrukt.
Wanneer uit de aard van het zeer zuivere materiaal, het proces waarmee dat materiaal wordt teruggewonnen of het productieproces van het EU-bemestingsproduct dat dit materiaal bevat, naargelang het geval, zeker en onweerlegbaar voortvloeit dat het EU-bemestingsproduct minder seleen of chloride bevat dan de in de punten a) en b) vastgestelde grenswaarden, hoeft het etiket geen informatie over deze parameters te bevatten, en dit zonder controle (bijvoorbeeld door middel van tests) en op verantwoordelijkheid van de fabrikant.
7 quater
Indien een EU-bemestingsproduct verwerkte mest als bedoeld in deel II, CMC 10, van bijlage II bevat, moet op het etiket informatie worden vermeld over de mogelijke effecten op de luchtkwaliteit van de uitstoot van ammoniak als gevolg van het gebruik van het product, en een verzoek aan de gebruikers om geschikte saneringsmaatregelen te treffen.
Indien een EU-bemestingsproduct verwerkte mest als bedoeld in deel II, CMC 10, van bijlage II bevat, moet op het etiket de waarschuwing “Dit product kan aminopyralide of clopyralid bevatten en mag niet worden gebruikt voor de productie van planten die gevoelig zijn voor deze stoffen, zoals bonen, klaver, linzen, erwten, sla, zonnebloemen en tomaten. Dit product moet op zodanige wijze worden gebruikt dat wordt voorkomen dat de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 396/2005 vastgestelde maximumresidugehalten voor levensmiddelen of diervoeders worden overschreden”, of een soortgelijke waarschuwing worden aangebracht. Een dergelijke waarschuwing is niet nodig voor EU-bemestingsproducten die verwerkte mest met niet meer dan 50 μg aminopyralide of clopyralid per kg droge stof bevatten.
7 quinquies
Indien een EU-bemestingsproduct een bestanddeel uit mest bevat, moet het totale gehalte aan van die mest afkomstige stikstof worden vermeld.
8
Andere gegevens dan de gegevens die krachtens de punten 1 tot en met 6 vereist zijn,
- a)
misleiden de gebruiker niet, bijvoorbeeld door aan het product eigenschappen toe te schrijven die het niet bezit, of door te suggereren dat het product unieke eigenschappen heeft terwijl soortgelijke producten die ook hebben;
- b)
hebben betrekking op toetsbare factoren;
- c)
bevatten geen claims als ‘duurzaam’ of ‘milieuvriendelijk’, tenzij dergelijke claims verwijzen naar wetgeving, duidelijk omschreven richtsnoeren, normen of regelingen waarmee het EU-bemestingsproduct in overeenstemming is, en
- d)
claimen door middel van vermeldingen of visuele voorstellingen niet dat het EU-bemestingsproduct plantziekten voorkomt of behandelt, noch dat het gewassen tegen schadelijke organismen beschermt.
9
De vermelding ‘chloorarm’ of een vergelijkbare vermelding mag alleen worden gebruikt indien het gehalte aan chloor (Cl-) kleiner is dan 30 g/kg droge stof.
10
Indien de in deze bijlage vermelde informatievereisten inzake het nutriëntengehalte in geoxideerde vorm zijn uitgedrukt, kan het nutriëntengehalte, in plaats van of in aanvulling op de geoxideerde vorm, in elementaire vorm worden uitgedrukt overeenkomstig de volgende omrekeningsfactoren:
fosfor (P)= fosforpentoxide (P2O5) × 0,436;
kalium (K)= kaliumoxide (K2O) × 0,830;
calcium (Ca)= calciumoxide (CaO) × 0,715;
magnesium (Mg)= magnesiumoxide (MgO) × 0,603;
natrium (Na)= natriumoxide (Na2O) × 0,742;
zwavel (S)= zwaveltrioxide (SO3) × 0,400.
11
Indien de in deze bijlage vermelde informatievereisten betrekking hebben op organische koolstof (Corg), kan de informatie, in plaats van of in aanvulling op organische koolstof (Corg), betrekking hebben op organische stof, overeenkomstig de volgende omrekeningsfactor:
organische koolstof (Corg) = organische stof × 0,56.
12
Wanneer marktdeelnemers een digitaal etiket verstrekken overeenkomstig artikel 11 bis, leden 1 en 2, wordt de voor dat digitale etiket gebruikte de gegevensdrager vergezeld van de waarschuwing ‘Er moet een fysiek etiket worden verstrekt overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1009 voordat het product in een verpakking met een inhoud tot 1 000 kg aan eindgebruikers op de markt wordt aangeboden’, of van een soortgelijke waarschuwing.
13
Wanneer marktdeelnemers een digitaal etiket verstrekken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 3, tweede alinea, wordt de voor dat digitale etiket gebruikte gegevensdrager vergezeld van de vermelding ‘Meer uitgebreide informatie over het product is online beschikbaar. U kunt uw leverancier vragen deze informatie op een andere manier te verstrekken’, of van een soortgelijke vermelding.
14
Wanneer marktdeelnemers een digitaal etiket verstrekken overeenkomstig artikel 11 bis, lid 4, wordt de voor dat digitale etiket gebruikte gegevensdrager vergezeld van de vermelding ‘Informatie over de agronomische efficiëntie en de veilige behandeling van het product is online beschikbaar. U kunt uw leverancier vragen deze informatie op een andere manier te verstrekken’, of van een soortgelijke vermelding..
Deel II. Productgebonden etiketteringsvoorschriften
PFC 1. Meststof
1
Het gehalte aan nutriënten mag uitsluitend worden aangegeven indien zij in het EU-bemestingsproduct aanwezig zijn in de in bijlage I voor de desbetreffende PFC vastgestelde minimumhoeveelheid.
2
Indien stikstof (N) of fosfor (P) geen aangegeven nutriënten zijn, wordt het stikstof (N)- of fosforpentoxide (P2O5)-gehalte toch vermeld indien het meer dan 0,5 massaprocent bedraagt. Die vermelding staat los van de nutriëntendeclaratie.
3
De volgende regels zijn van toepassing op meststoffen die remmende samenstellingen bevatten, zoals nader beschreven in CMC 1 in deel II van bijlage II:
- a)
op het etiket wordt het woord ‘nitrificatieremmer’, ‘denitrificatieremmer’ of ‘ureaseremmer’ vermeld, naargelang het geval;
- b)
het gehalte aan nitrificatieremmende samenstelling wordt uitgedrukt als massaprocent totaal stikstof (N) in de vorm van ammoniumstikstof (NH4+) en van ureumstikstof (CH4N2O);
- c)
het gehalte aan denitrificatieremmende samenstelling wordt uitgedrukt als massaprocent van het nitraatgehalte (NO3);
- d)
het gehalte aan ureaseremmende samenstelling wordt uitgedrukt als massaprocent totaal stikstof (N) in de vorm van ureumstikstof (CH4N2O).
4
De term ‘minerale meststof’ mag enkel gebruikt worden als de meststof deel uitmaakt van PFC 1(C) en aan de volgende extra voorwaarden voldoet:
- a)
de minerale meststof mag niet meer dan 1 massaprocent organische koolstof (Corg) bevatten die niet afkomstig is van:
- i)
chelaat- of complexvormers als bedoeld in punt 3 van CMC 1 in deel II van bijlage II,
- ii)
nitrificatie-, denitrificatie- of ureaseremmende samenstellingen als bedoeld in punt 4 van CMC 1 in deel II van bijlage II,
- iii)
bedekkingsmiddelen als bedoeld in punt 1, onder a), van CMC 9 in deel II van bijlage II,
- iv)
ureum (CH4N2O), of
- v)
calciumcyaanamide (CaCN2);
- b)
indien fosfor (P) een aangegeven nutriënt is, is het aangegeven fosforgehalte enkel in fosfaatvorm aanwezig en voldoet de minerale meststof aan minstens een van de volgende oplosbaarheidscriteria:
- i)
wateroplosbaarheid: minimumniveau 40 % van totaal fosfor (P);
- ii)
oplosbaarheid in neutraal ammoniumcitraat: minimumniveau 75 % van totaal fosfor (P), of
- iii)
oplosbaarheid in mierenzuur (alleen voor zacht natuurfosfaat): minimumniveau 55 % van totaal fosfor (P);
- c)
indien stikstof (N) een aangegeven nutriënt is, bestaat het aangegeven stikstofgehalte enkel uit de som van nitraatstikstof, ammoniumstikstof, ureumstikstof en stikstof uit methyleenureum, isobutylideendiureum en crotonylideendiureum.
PFC 1 A) Organische meststof
De volgende gegevens worden verstrekt:
- a)
de aangegeven primaire nutriënten stikstof (N), fosfor (P), of kalium (K), weergegeven door hun chemische symbolen in de volgorde N-P-K;
- b)
de aangegeven secundaire nutriënten calcium (Ca), magnesium (Mg), Natrium (Na) of zwavel (S), weergegeven door hun chemische symbolen in de volgorde Ca-Mg-Na-S;
- c)
getallen die het gehalte aangeven van de aangegeven nutriënten totaal stikstof (N), totaal fosfor in de vorm van fosforpentoxide (P2O5) of totaal kalium in de vorm van kaliumoxide (K2O), gevolgd door getallen tussen haakjes die het totale gehalte aangeven van calciumoxide (CaO), magnesiumoxide (MgO), natriumoxide (Na2O) of zwaveltrioxide (SO3);
- d)
het gehalte aan volgende aangegeven nutriënten en andere parameters, in de volgende volgorde en als massaprocent,
- i)
stikstof (N):
- —
totaal stikstof (N);
- —
minimumhoeveelheid organische stikstof (Norg), gevolgd door een beschrijving van de herkomst van het gebruikte organische materiaal;
- —
stikstof in de vorm van ammoniumstikstof;
- ii)
totaal fosforpentoxide (P2O5);
- iii)
totaal kaliumoxide (K2O);
- iv)
calciumoxide (CaO), magnesiumoxide (MgO), natriumoxide (Na2O) en zwaveltrioxide (SO3), uitgedrukt:
- —
alleen als het in water oplosbare gehalte, indien die nutriënten volledig oplosbaar zijn in water;
- —
als het totale gehalte en als het in water oplosbare gehalte, indien het oplosbare gehalte aan die nutriënten ten minste een kwart bedraagt van het totale gehalte aan die nutriënten;
- —
in andere gevallen, als het totale gehalte;
- v)
organische koolstof (Corg);
- vi)
droge stof;
- e)
de verhouding van organische koolstof tot totaal stikstof (Corg/N);
- f)
de productiedatum;
- g)
de vorm van de fysieke eenheid van het product, zoals poeder- of pelletvorm, indien van toepassing.
PFC 1 B) Organo-minerale meststof
1
De volgende gegevens worden verstrekt:
- a)
de aangegeven primaire nutriënten stikstof (N), fosfor (P), of kalium (K), weergegeven door hun chemische symbolen in de volgorde N-P-K;
- b)
waar van toepassing, de aangegeven secundaire nutriënten calcium (Ca), magnesium (Mg), natrium (Na) of zwavel (S), weergegeven door hun chemische symbolen in de volgorde Ca-Mg-Na-S;
- c)
getallen die het gehalte aangeven van de aangegeven nutriënten totaal stikstof (N), totaal fosfor in de vorm van fosforpentoxide (P2O5) of totaal kalium in de vorm van kaliumoxide (K2O), gevolgd door getallen tussen haakjes die het totale gehalte aangeven van calciumoxide (CaO), magnesiumoxide (MgO), natriumoxide (Na2O) of zwaveltrioxide (SO3);
- d)
het gehalte aan volgende aangegeven nutriënten en andere parameters, in de volgende volgorde en als massaprocent:
- i)
stikstof (N):
- —
totaal stikstof (N);
- —
minimumhoeveelheid organische stikstof (Norg), gevolgd door een beschrijving van de herkomst van het gebruikte organische materiaal;
- —
stikstof in de vorm van nitraatstikstof;
- —
stikstof in de vorm van ammoniumstikstof;
- —
stikstof in de vorm van ureumstikstof;
- ii)
fosforpentoxide (P2O5):
- —
totaal fosforpentoxide (P2O5);
- —
in water oplosbaar fosforpentoxide (P2O5);
- —
in neutraal ammoniumcitraat oplosbaar fosforpentoxide (P2O5);
- —
indien zacht natuurfosfaat aanwezig is, in mierenzuur oplosbaar fosforpentoxide (P2O5);
- iii)
kaliumoxide (K2O):
- —
totaal kaliumoxide (K2O);
- —
in water oplosbaar kaliumoxide (K2O);
- iv)
calciumoxide (CaO), magnesiumoxide (MgO), natriumoxide (Na2O) en zwaveltrioxide (SO3), uitgedrukt:
- —
alleen als het in water oplosbare gehalte, indien die nutriënten volledig oplosbaar zijn in water;
- —
als het totale gehalte en als het in water oplosbare gehalte, indien het oplosbare gehalte aan die nutriënten ten minste een kwart bedraagt van het totale gehalte aan die nutriënten;
- —
in andere gevallen, als het totale gehalte;
- v)
organische koolstof (Corg);
- vi)
droge stof;
- e)
indien ureum (CH4N2O) aanwezig is, informatie over de mogelijke effecten op de luchtkwaliteit van de uitstoot van ammoniak als gevolg van het gebruik van de meststof, en een verzoek aan de gebruikers om geschikte saneringsmaatregelen te treffen.
2
Indien een of meer van de micronutriënten boor (B), kobalt (Co), ijzer (Fe), mangaan (Mn) en molybdeen (Mo) aanwezig zijn in het minimumgehalte zoals in de volgende tabel als massaprocent vermeld:
- —
moeten zij worden aangegeven indien zij doelbewust aan een organo-minerale meststof zijn toegevoegd, en
- —
mogen zij worden aangegeven in andere gevallen.
Micronutriënt | Gehalte aan micronutriënten (in massaprocent) | ||
---|---|---|---|
Vaste organo-minerale meststof | Vloeibare organo-minerale meststof | ||
Bestemd voor gebruik op gewassen en grasland | Bestemd voor gebruik in de tuinbouw | ||
Boor (B) | 0,01 | 0,01 | 0,01 |
Kobalt (Co) | 0,002 | n.v.t. | 0,002 |
IJzer (Fe) | 0,5 | 0,02 | 0,02 |
Mangaan (Mn) | 0,1 | 0,01 | 0,01 |
Molybdeen (Mo) | 0,001 | 0,001 | 0,001 |
3
Indien een of beide van de micronutriënten koper (Cu) en zink (Zn), zonder doelbewust te zijn toegevoegd, aanwezig zijn in het minimumgehalte zoals in de volgende tabel als massaprocent vermeld, mogen ze als volgt worden aangegeven:
Micronutriënt | Gehalte aan micronutriënten (in massaprocent) | ||
---|---|---|---|
Vaste organo-minerale meststof | Vloeibare organo-minerale meststof | ||
Bestemd voor gebruik op gewassen en grasland | Bestemd voor gebruik in de tuinbouw | ||
Koper (Cu) | 0,01 | 0,002 | 0,002 |
Zink (Zn) | 0,01 | 0,002 | 0,002 |
4
Indien koper (Cu) of zink (Zn) doelbewust is toegevoegd aan de organo-minerale meststof, wordt het totale gehalte aan koper (Cu) en zink (Zn) aangegeven.
5
De in de punten 2, 3 en 4 vermelde micronutriënten worden na de informatie over macronutriënten aangegeven. De volgende gegevens worden verstrekt:
- a)
de benamingen en chemische symbolen van de aangegeven micronutriënten, in deze volgorde: boor (B), kobalt (Co), koper (Cu), ijzer (Fe), mangaan (Mn), molybdeen (Mo) en zink (Zn), gevolgd door de benamingen van hun tegenionen indien de aangegeven micronutriënten doelbewust zijn toegevoegd;
- b)
het totale gehalte aan micronutriënten, als volgt uitgedrukt als massaprocent:
- —
alleen als het in water oplosbare gehalte, indien die micronutriënten volledig oplosbaar zijn in water;
- —
als het totale gehalte en als het in water oplosbare gehalte, indien het oplosbare gehalte aan die micronutriënten ten minste een kwart bedraagt van het totale gehalte aan die micronutriënten;
- —
in andere gevallen, als het totale gehalte;
- c)
indien de aangegeven micronutriënten gecheleerd zijn door middel van (een) chelaatvormer(s) of gecomplexeerd zijn door middel van (een) complexvormer(s),
- —
een van de volgende vermeldingen, na de benaming en de chemische aanduiding van de micronutriënt:
‘gecheleerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de chelaatvormer(s)]’,/’gecomplexeerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de complexvormer(s)]’/‘gecheleerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de chelaatvormer(s)] en gecomplexeerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de complexvormer(s)]’;
- —
de hoeveelheid micronutriënt(en) in chelaat-/complexvorm als massaprocent;
- c bis)
indien de aangegeven micronutriënten gecheleerd zijn door middel van (een) chelaatvormer(s), het pH-bereik dat een aanvaardbare stabiliteit garandeert;
- d)
vervallen;
- e)
indien micronutriënten doelbewust zijn toegevoegd, de volgende vermelding: ‘Alleen te gebruiken in geval van erkende behoefte. De benodigde hoeveelheden niet overschrijden.’.
6
Indien een organo-minerale meststof een gehalte aan cadmium (Cd) heeft dat kleiner is of gelijk aan 20 mg/kg fosforpentoxide (P2O5), mag de vermelding ‘laag gehalte aan cadmium (Cd)’ of een soortgelijke vermelding, of een visuele voorstelling hiervan, worden toegevoegd.
PFC 1 C) Anorganische meststof
PFC 1 C) I) Anorganische macronutriëntenmeststof
1
De volgende gegevens worden verstrekt:
- a)
in voorkomend geval, de aangegeven primaire nutriënten stikstof (N), fosfor (P) of kalium (K), weergegeven door hun chemische symbolen in de volgorde N-P-K;
- b)
waar van toepassing, de aangegeven secundaire nutriënten calcium (Ca), magnesium (Mg), natrium (Na) of zwavel (S), weergegeven door hun chemische symbolen in de volgorde Ca-Mg-Na-S;
- c)
getallen die het gehalte aangeven van de aangegeven nutriënten totaal stikstof (N), totaal fosfor in de vorm van fosforpentoxide (P2O5) of totaal kalium in de vorm van kaliumoxide (K2O), gevolgd door getallen tussen haakjes die het totale gehalte aangeven van calciumoxide (CaO), magnesiumoxide (MgO), natriumoxide (Na2O) of zwaveltrioxide (SO3);
- d)
het gehalte aan de volgende aangegeven nutriënten, in de volgende volgorde en als massaprocent:
- i)
stikstof (N):
- —
totaal stikstof (N);
- —
stikstof in de vorm van nitraatstikstof;
- —
stikstof in de vorm van ammoniumstikstof;
- —
stikstof in de vorm van ureumstikstof;
- —
stikstof uit ureumformaldehyde, isobutylideendiureum, crotonylideendiureum;
- —
stikstof uit cyaanamidestikstof;
- ii)
fosforpentoxide (P2O5):
- —
totaal fosforpentoxide (P2O5);
- —
in water oplosbaar fosforpentoxide (P2O5);
- —
in neutraal ammoniumcitraat oplosbaar fosforpentoxide (P2O5);
- —
indien zacht natuurfosfaat aanwezig is, in mierenzuur oplosbaar fosforpentoxide (P2O5);
- iii)
in water oplosbaar kaliumoxide (K2O);
- iv)
calciumoxide (CaO), magnesiumoxide (MgO), natriumoxide (Na2O) en zwaveltrioxide (SO3), uitgedrukt:
- —
alleen als het in water oplosbare gehalte, indien die nutriënten volledig oplosbaar zijn in water;
- —
als het totale gehalte en als het in water oplosbare gehalte, indien het oplosbare gehalte aan die nutriënten ten minste een kwart bedraagt van het totale gehalte aan die nutriënten;
- —
in andere gevallen, als het totale gehalte;
- e)
indien ureum (CH4N2O) aanwezig is, informatie over de mogelijke effecten op de luchtkwaliteit van de uitstoot van ammoniak als gevolg van het gebruik van de meststof, en een verzoek aan de gebruikers om geschikte saneringsmaatregelen te treffen.
2
Indien een anorganische macronutriëntenmeststof een gehalte aan cadmium (Cd) heeft dat kleiner is of gelijk aan 20 mg/kg fosforpentoxide (P2O5), mag de vermelding ‘laag gehalte aan cadmium (Cd)’ of een soortgelijke vermelding, of een visuele voorstelling hiervan, worden toegevoegd.
PFC 1 C) I) a) Vaste anorganische macronutriëntenmeststof
1
Een vaste anorganische macronutriëntenmeststof mag enkel als ‘complex’ worden geëtiketteerd indien elke fysieke eenheid alle aangegeven nutriënten in hun aangegeven gehalte bevat.
2
De korrelgrootteverdeling van een vaste anorganische macronutriëntenmeststof wordt vermeld, uitgedrukt als het massaprocent van het product dat door een zeef met een bepaalde maaswijdte gaat.
3
De vorm van de fysieke eenheid van het product wordt aangeduid met een van de volgende vermeldingen, of een combinatie van twee of meer van die vermeldingen:
- a)
korrels;
- b)
pelletvorm;
- c)
poedervorm, indien ten minste 90 % van de totale massa van het product door een zeef met een maaswijdte van 1 mm kan gaan, of
- d)
prils.
4
Voor gecoate vaste anorganische macronutriëntenmeststoffen wordt het volgende vermeld:
- a)
voor met polymeren gecoate vaste anorganische macronutriëntenmeststoffen, de volgende vermelding: ‘De snelheid van de nutriëntenafgiftes kan variëren naargelang de temperatuur van het substraat. Het kan nodig zijn de bemesting aan te passen’, en
- —a)
de naam van de coatingmiddelen;
- —a bis)
het percentage meststof dat met elk coatingmiddel is gecoat;
- b)
voor met zwavel (S) gecoate vaste anorganische macronutriëntenmeststoffen en met zwavel (S)/polymeer gecoate vaste anorganische macronutriëntenmeststoffen, de volgende vermelding: ‘De snelheid van de nutriëntenafgifte kan variëren naargelang de temperatuur van het substraat en de biologische activiteit. Het kan nodig zijn de bemesting aan te passen’.
5
Indien een of meer van de micronutriënten boor (B), kobalt (Co), ijzer (Fe), mangaan (Mn) en molybdeen (Mo) aanwezig zijn in het minimumgehalte zoals in de volgende tabel als massaprocent vermeld,
- —
moeten zij worden aangegeven indien zij doelbewust aan de vaste anorganische macronutriëntenmeststof zijn toegevoegd, en
- —
mogen zij worden aangegeven in andere gevallen:
Micronutriënt
Gehalte aan micronutriënten (in massaprocent)
Bestemd voor gebruik op gewassen en grasland
Bestemd voor gebruik in de tuinbouw
Boor (B)
0,01
0,01
Kobalt (Co)
0,002
n.v.t.
IJzer (Fe)
0,5
0,02
Mangaan (Mn)
0,1
0,01
Molybdeen (Mo)
0,001
0,001
6
Indien een of beide van de micronutriënten koper (Cu) en zink (Zn), zonder doelbewust te zijn toegevoegd, aanwezig zijn in het minimumgehalte zoals in de volgende tabel als massaprocent vermeld, mogen ze als volgt worden aangegeven:
Micronutriënt | Gehalte aan micronutriënten (in massaprocent) | |
---|---|---|
Bestemd voor gebruik op gewassen en grasland | Bestemd voor gebruik in de tuinbouw | |
Koper (Cu) | 0,01 | 0,002 |
Zink (Zn) | 0,01 | 0,002 |
7
Indien koper (Cu) of zink (Zn) doelbewust is toegevoegd aan de vaste anorganische macronutriëntenmeststof, wordt het totale gehalte aan koper (Cu) en zink (Zn) aangegeven.
8
De in de punten 5, 6 en 7 vermelde micronutriënten worden na de informatie over macronutriënten aangegeven. De volgende gegevens worden verstrekt:
- a)
de benamingen en chemische symbolen van de aangegeven micronutriënten, in deze volgorde: boor (B), kobalt (Co), koper (Cu), ijzer (Fe), mangaan (Mn), molybdeen (Mo) en zink (Zn), gevolgd door de benamingen van hun tegenionen, ingeval de aangegeven micronutriënten doelbewust zijn toegevoegd;
- b)
het totale gehalte aan micronutriënten, als volgt uitgedrukt als massaprocent:
- —
alleen als het in water oplosbare gehalte, indien die micronutriënten volledig oplosbaar zijn in water;
- —
als het totale gehalte en als het in water oplosbare gehalte, indien het oplosbare gehalte aan die micronutriënten ten minste een kwart bedraagt van het totale gehalte aan die micronutriënten;
- —
in andere gevallen, als het totale gehalte;
- c)
indien de aangegeven micronutriënten gecheleerd zijn door middel van (een) chelaatvormer(s) of gecomplexeerd zijn door middel van (een) complexvormer(s),
- —
een van de volgende vermeldingen, na de benaming en de chemische aanduiding van de micronutriënt:
‘gecheleerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de chelaatvormer(s)]’,/’gecomplexeerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de complexvormer(s)]’/‘gecheleerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de chelaatvormer(s)] en gecomplexeerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de complexvormer(s)]’
- —
de hoeveelheid micronutriënt(en) in chelaat-/complexvorm als massaprocent;
- c bis)
indien de aangegeven micronutriënten gecheleerd zijn door middel van (een) chelaatvormer(s), het pH-bereik dat een aanvaardbare stabiliteit garandeert;
- d)
vervallen;
- e)
indien de micronutriënten doelbewust zijn toegevoegd, de volgende vermelding: ‘Alleen te gebruiken in geval van erkende behoefte. De benodigde hoeveelheden niet overschrijden.’.
PFC 1 C) I) b) Vloeibare anorganische macronutriëntenmeststof
1
Op het etiket wordt vermeld of de vloeibare anorganische macronutriëntenmeststof zich in suspensie of in oplossing bevindt.
2
Het gehalte aan nutriënten kan worden vermeld als massa- of volumeprocent.
3
Indien een of meer van de micronutriënten boor (B), kobalt (Co), ijzer (Fe), mangaan (Mn) en molybdeen (Mo) aanwezig zijn in het minimumgehalte zoals in de volgende tabel als massaprocent vermeld,
- —
moeten zij worden aangegeven indien zij doelbewust aan de vloeibare anorganische macronutriëntenmeststof zijn toegevoegd, en
- —
mogen zij worden aangegeven in andere gevallen:
Micronutriënt
Gehalte aan micronutriënten (in massaprocent)
Boor (B)
0,01
Kobalt (Co)
0,002
IJzer (Fe)
0,02
Mangaan (Mn)
0,01
Molybdeen (Mo)
0,001
4
Indien een of beide van de micronutriënten koper (Cu) en zink (Zn), zonder doelbewust te zijn toegevoegd, voor ten minste 0,002 massaprocent aanwezig zijn, mogen ze worden aangegeven.
5
Indien koper (Cu) of zink (Zn) doelbewust is toegevoegd aan de vloeibare anorganische macronutriëntenmeststof, wordt het totale gehalte aan koper (Cu) en zink (Zn) aangegeven.
6
De in de punten 3, 4 en 5 vermelde micronutriënten worden na de informatie over macronutriënten aangegeven. De volgende gegevens worden verstrekt:
- a)
de benamingen en chemische symbolen van de aangegeven micronutriënten, in deze volgorde: boor (B), kobalt (Co), koper (Cu), ijzer (Fe), mangaan (Mn), molybdeen (Mo) en zink (Zn), gevolgd door de benamingen van hun tegenionen, ingeval de aangegeven micronutriënten doelbewust zijn toegevoegd;
- b)
het totale gehalte aan micronutriënten, als volgt uitgedrukt als massa- of volumeprocent:
- —
alleen als het in water oplosbare gehalte, indien die micronutriënten volledig oplosbaar zijn in water;
- —
als het totale gehalte en als het in water oplosbare gehalte, indien het oplosbare gehalte aan die micronutriënten ten minste een kwart bedraagt van het totale gehalte aan die micronutriënten;
- —
in andere gevallen, als het totale gehalte;
- c)
indien de aangegeven micronutriënten gecheleerd zijn door middel van (een) chelaatvormer(s) of gecomplexeerd zijn door middel van (een) complexvormer(s),
- —
een van de volgende vermeldingen, na de benaming en de chemische aanduiding van de micronutriënt:
‘gecheleerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de chelaatvormer(s)]’,/‘gecomplexeerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de complexvormer(s)]’/‘gecheleerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de chelaatvormer(s)] en gecomplexeerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de complexvormer(s)]';
- —
de hoeveelheid micronutriënt(en) in chelaat-/complexvorm als massaprocent;
- c bis)
indien de aangegeven micronutriënten gecheleerd zijn door middel van (een) chelaatvormer(s), het pH-bereik dat een aanvaardbare stabiliteit garandeert;
- d)
vervallen;
- e)
indien de micronutriënten doelbewust zijn toegevoegd, de volgende vermelding: ‘Alleen te gebruiken in geval van erkende behoefte. De benodigde hoeveelheden niet overschrijden.’
PFC 1 C) II) Anorganische micronutriëntenmeststof
1
Voor anorganische micronutriëntenmeststoffen wordt het volgende vermeld:
- —
de aangegeven micronutriënten, met hun benamingen en chemische symbolen, in de volgende volgorde: boor (B), kobalt (Co), koper (Cu), ijzer (Fe), mangaan (Mn), molybdeen (Mo) en zink (Zn);
- —
de benamingen van hun tegenionen indien de aangegeven micronutriënten doelbewust zijn toegevoegd.
2
Indien de aangegeven micronutriënten gecheleerd zijn door middel van (een) chelaatvormer(s), en elke chelaatvormer kan worden geïdentificeerd en gekwantificeerd en ten minste 1 % van de in water oplosbare micronutriënten cheleert, of de aangegeven micronutriënten gecomplexeerd zijn door middel van (een) complexvormer(s), wordt een van de volgende vermeldingen toegevoegd, na de benaming en de chemische aanduiding van de micronutriënt:
- —
‘gecheleerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de chelaatvormer(s)]’,/‘gecomplexeerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de complexvormer(s)]’/‘gecheleerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de chelaatvormer(s)] en gecomplexeerd door [benaming(en) of afkorting(en) van de complexvormer(s)]’;
- —
de hoeveelheid micronutriënt(en) in chelaat-/complexvorm als massaprocent;
2 bis
Indien de aangegeven micronutriënten gecheleerd zijn door middel van (een) chelaatvormer(s), wordt het pH-bereik dat een aanvaardbare stabiliteit garandeert aangegeven.
3
Vervallen.
4
De volgende vermelding wordt aangebracht: ‘Alleen te gebruiken in geval van erkende behoefte. De benodigde hoeveelheden niet overschrijden.’.
PFC 1 C) II) a) Enkelvoudige anorganische micronutriëntenmeststof
1
Op het etiket wordt de desbetreffende typologie vermeld, zoals bedoeld in de tabel onder PFC 1 C) II) a) in deel II van bijlage I.
2
Het totale gehalte aan micronutriënten wordt als volgt uitgedrukt als massaprocent:
- —
alleen als het in water oplosbare gehalte, indien de micronutriënt volledig oplosbaar is in water;
- —
als het totale gehalte en als het in water oplosbare gehalte, indien het oplosbare gehalte aan de micronutriënt ten minste een kwart bedraagt van het totale gehalte aan die micronutriënt;
- —
als het totale gehalte, in andere gevallen.
PFC 1 C) II) b) Samengestelde anorganische micronutriëntenmeststof
1
Micronutriënten mogen slechts worden aangegeven indien zij in de in de volgende tabel vermelde minimumhoeveelheden, uitgedrukt als massaprocent, aanwezig zijn:
Micronutriënt | Gehalte aan micronutriënten (in massaprocent) | |
---|---|---|
Niet gecheleerd, niet gecomplexeerd | Gecheleerd of gecomplexeerd | |
Boor (B) | 0,2 | n.v.t. |
Kobalt (Co) | 0,02 | 0,02 |
Koper (Cu) | 0,5 | 0,1 |
IJzer (Fe) | 2 | 0,3 |
Mangaan (Mn) | 0,5 | 0,1 |
Molybdeen (Mo) | 0,02 | n.v.t. |
Zink (Zn) | 0,5 | 0,1 |
2
Indien de samengestelde anorganische micronutriëntenmeststof zich in suspensie of in oplossing bevindt, bevat het etiket de vermelding ‘in suspensie’ of ‘in oplossing’, naargelang het geval.
3
Het totale gehalte aan micronutriënten wordt als volgt uitgedrukt als massaprocent:
- —
alleen als het in water oplosbare gehalte, indien de micronutriënten volledig oplosbaar zijn in water;
- —
als het totale gehalte en als het in water oplosbare gehalte, indien het oplosbare gehalte aan de micronutriënten ten minste de helft bedraagt van het totale gehalte aan die micronutriënten;
- —
als het totale gehalte, in andere gevallen.
PFC 2. Kalkmeststof
De volgende parameters worden aangegeven in de volgende volgorde:
- —
neutraliserende waarde;
- —
korrelgrootteverdeling, uitgedrukt als massaprocent van het product dat door een zeef met een maaswijdte van 1,0 mm gaat;
- —
totaal calciumoxide (CaO), uitgedrukt als massaprocent;
- —
totaal magnesiumoxide (MgO), uitgedrukt als massaprocent;
- —
reactiviteit en methode voor bepaling van de reactiviteit, behalve voor calciumoxide en calciumhydroxide.
PFC 3. Bodemverbeteraar
1
Het gehalte aan droge stof uitgedrukt als massapercentage moet worden aangegeven.
2
De volgende nutriënten uitgedrukt als massapercentage worden aangegeven, indien ze meer dan 0,5 massaprocent bedragen: stikstof (N), fosforpentoxide (P2O5) of kaliumoxide (K2O).
PFC 3 (A) Organische bodemverbeteraar
De volgende parameters worden aangegeven:
- —
pH;
- —
elektrische geleidbaarheid uitgedrukt in mS/m;
- —
gehalte aan organische koolstof (Corg), uitgedrukt als massaprocent;
- —
minimumhoeveelheid organische stikstof (Norg), uitgedrukt als massaprocent, gevolgd door een beschrijving van de herkomst van het gebruikte organische materiaal;
- —
verhouding van organische koolstof tot totaal stikstof (Corg/N).
PFC 4. Groeimedium
De volgende parameters worden in de volgende volgorde aangegeven:
- —
elektrische geleidbaarheid uitgedrukt in mS/m, behalve voor minerale wol;
- —
pH;
- —
hoeveelheid:
- —
voor minerale wol, uitgedrukt in aantal stuks en de drie dimensies lengte, hoogte en breedte;
- —
voor andere voorgevormde groeimedia, uitgedrukt als de omvang in ten minste twee dimensies;
- —
voor andere groeimedia, uitgedrukt als het totale volume;
- —
behalve voor voorgevormde groeimedia, hoeveelheid uitgedrukt als volume van materialen met een deeltjesgrootte van meer dan 60 mm, indien aanwezig;
- —
stikstof (N), extraheerbaar door CaCl2/DTPA (calciumchloride/diethyleentriaminepenta-azijnzuur; ‘CAT-oplosbaar’), indien boven 150 mg/l;
- —
fosforpentoxide (P2O5), extraheerbaar door CaCl2/DTPA (calciumchloride/diethyleentriaminepenta-azijnzuur; ‘CAT-oplosbaar’), indien boven 20 mg/l;
- —
kaliumoxide (K2O), extraheerbaar door CaCl2/DTPA (calciumchloride/diethyleentriaminepenta-azijnzuur; ‘CAT-oplosbaar’), indien boven 150 mg/l;
- —
productiedatum.
PFC 5. Remmer
1
Alle bestanddelen worden in aflopende orde van grootte aangegeven in productgewicht of -volume.
2
Het gehalte aan remmende samenstelling(en), uitgedrukt als massa- of volumeprocent, wordt aangegeven.
3
De in punt 1 d bis) van deel I van deze bijlage bedoelde instructies voor het gebruik bevatten informatie over:
- a)
de soorten EU-bemestingsproducten waarmee de remmer mag worden gemengd*, met name:
- i)
voor de in PFC 5 A) in deel II van bijlage I bedoelde nitrificatieremmer, een EU-bemestingsproduct waarin ten minste 50 % van het totale gehalte aan stikstof (N) stikstof (N) in de vorm van ammonium (NH4+) en ureum (CH4N2O) is;*
- ii)
voor de in PFC 5 C) in deel II van bijlage I bedoelde ureaseremmer, een EU-bemestingsproduct waarin ten minste 50 % van het totale gehalte aan stikstof (N) stikstof (N) in de vorm van ureum (CH4N2O) is;*
- b)
de aanbevolen minimum- en maximumconcentratie van remmende samenstellingen wanneer zij met een meststof worden gemengd vóór het gebruik ervan:
- i)
voor de in PFC 5 A) in deel II van bijlage I bedoelde nitrificatieremmer, uitgedrukt als massaprocent totaal stikstof (N) in de vorm van ammoniumstikstof (NH4+) en ureumstikstof (CH4N2O);
- ii)
voor de in PFC 5 B) in deel II van bijlage I bedoelde denitrificatieremmer, uitgedrukt als massaprocent van het nitraatgehalte (NO3-);
- iii)
voor de in PFC 5 C) in deel II van bijlage I bedoelde ureaseremmer, uitgedrukt als massaprocent totaal stikstof (N) in de vorm van ureumstikstof (CH4N2O).
PFC 6. Biostimulant voor planten
De volgende gegevens worden verstrekt:
- a)
fysieke vorm;
- b)
productiedatum;
- c)
vervaldatum;
- d)
toedieningsmethode(n);
- e)
aangegeven effect voor elke doelplant, en
- f)
alle relevante instructies in verband met de werkzaamheid van het product, met inbegrip van bodembeheerpraktijken, chemische bemesting, onverenigbaarheid met gewasbeschermingsmiddelen, aanbevelingen voor afmetingen van sproeiers, spuitdruk en andere antidriftmaatregelen.
PFC 6 A) Microbiële biostimulant voor planten
Alle doelbewust toegevoegde micro-organismen worden vermeld. Indien het micro-organisme meerdere stammen heeft, worden de doelbewust toegevoegde stammen vermeld. De concentratie ervan wordt uitgedrukt als het aantal werkzame eenheden per volume of gewicht, of op welke andere manier dan ook die relevant is voor het micro-organisme, zoals kolonievormende eenheden per gram (kve/g).
Het etiket bevat de volgende vermelding: ‘Micro-organismen kunnen sensibilisatiereacties teweegbrengen’.
PFC 7. Bemestingsproductenblend
Alle etiketteringsvoorschriften voor alle samenstellende EU-bemestingsproducten gelden voor de bemestingsproductenblend, en worden uitgedrukt in verhouding tot de uiteindelijke bemestingsproductenblend.
Indien de bemestingsproductenblend een of meer tot PFC 6 behorende biostimulanten voor planten bevat, wordt de concentratie aan iedere biostimulant voor planten in de blend vermeld in g/kg of g/l bij 20 °C.
Wanneer de bemestingsproductenblend een of meer remmers van PFC 5 bevat, worden de in punt 3 van PFC 5 in deel II van deze bijlage bedoelde instructies voor het gebruik niet toegevoegd.
Deel III. Tolerantieregels
1
Het aangegeven gehalte aan nutriënten of de aangegeven fysisch-chemische eigenschappen van een EU-bemestingsproduct mag, c.q. mogen slechts van de werkelijke waarde afwijken volgens de in dit deel vastgestelde toleranties voor de desbetreffende PFC. De toleranties zijn bedoeld om rekening te houden met afwijkingen bij de fabricage, in de distributieketen, en tijdens de bemonstering of de analyse.
2
De toegelaten toleranties ten opzichte van de in dit deel vermelde aangegeven parameters zijn negatieve en positieve waarden.
3
In afwijking van punt 1 mag het werkelijke gehalte aan een bestanddeel, in een EU-bemestingsproduct, waarvoor in bijlage I of bijlage II een minimum- of maximumgehalte is vastgesteld, nooit lager dan het minimumgehalte of hoger dan het maximumgehalte zijn.
PFC 1. Meststof
De volgende tolerantieregels zijn van toepassing op meststoffen die nitrificatie-, denitrificatie- of ureaseremmende samenstellingen bevatten, zoals nader bepaald in CMC 1 in deel II van bijlage II:
Remmende samenstellingen | Toegestane toleranties voor het aangegeven gehalte aan remmende samenstellingen |
---|---|
Concentratie lager dan of gelijk aan 2 % | ± 20 % van de aangegeven waarde |
Concentratie hoger dan 2 % | ± 0,3 procentpunt in absolute termen |
PFC 1 A) Organische meststof
Vormen van de aangegeven nutriënt en andere aangegeven parameters | Toegestane toleranties voor het aangegeven gehalte aan nutriënten en andere aangegeven parameters |
---|---|
Organische koolstof (Corg) | ± 20 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 2,0 procentpunten in absolute termen |
Gehalte aan droge stof | ± 5,0 procentpunten in absolute termen |
Totaal stikstof (N) | ± 50 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Organische stikstof (Norg) | ± 50 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Totaal fosforpentoxide (P2O5) | ± 50 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Totaal kaliumoxide (K2O) | ± 50 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Totaal en in water oplosbaar magnesiumoxide (MgO), calciumoxide (CaO), zwaveltrioxide (SO3) of natriumoxide (Na2O) | ± 25 % van het aangegeven gehalte aan die nutriënten tot maximaal 1,5 procentpunt in absolute termen |
Organische koolstof (Corg)/totaal stikstof (N) | ± 20 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 2,0 procentpunten in absolute termen |
Hoeveelheid | ± 1,5 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
PFC 1 B) Organo-minerale meststof
Vormen van de aangegeven nutriënt en andere aangegeven parameters | Toegestane toleranties voor het aangegeven gehalte aan macronutriënten en andere aangegeven parameters |
---|---|
Organische koolstof (Corg) | ± 20 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 2,0 procentpunten in absolute termen |
Gehalte aan droge stof | ± 5,0 procentpunten in absolute termen |
Aangegeven vormen van anorganische stikstof (N) | ± 25 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 2,0 procentpunten in absolute termen |
Organische stikstof (Norg) | ± 50 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Aangegeven vormen van fosforpentoxide (P2O5) | ± 25 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 1,5 procentpunt in absolute termen |
Aangegeven vormen van kaliumoxide (K2O) | ± 25 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 1,5 procentpunt in absolute termen |
Totaal en in water oplosbaar magnesiumoxide (MgO), calciumoxide(CaO), zwaveltrioxide (SO3) | ± 25 % van het aangegeven gehalte aan die nutriënten tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Totaal en in water oplosbaar natriumoxide (Na2O) | ± 25 % van het aangegeven gehalte tot maximaal 0,9 procentpunt in absolute termen |
Hoeveelheid | ± 1,5 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
Micronutriënt | Toegestane toleranties voor het aangegeven gehalte aan vormen van micronutriënt |
---|---|
Concentratie lager dan of gelijk aan 2 % | ± 20 % van de aangegeven waarde |
Concentratie van meer dan 2 % en lager dan of gelijk aan 10 % | ± 20 % van de aangegeven waarde tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Concentratie hoger dan 10 % | ± 1,0 procentpunt in absolute termen |
PFC 1 C) Anorganische meststof
Vormen van de aangegeven nutriënt en andere aangegeven parameters | Toegestane toleranties voor het aangegeven gehalte aan macronutriënten en andere aangegeven parameters |
---|---|
Aangegeven vormen van stikstof (N) | ± 25 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 2 procentpunt in absolute termen |
Aangegeven vormen van fosforpentoxide (P2O5) | ± 25 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 2 procentpunt in absolute termen |
Aangegeven vormen van kaliumoxide (K2O) | ± 25 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 2 procentpunt in absolute termen |
Aangegeven vormen van stikstof (N), fosforpentoxide (P2O5) of kaliumoxide (K2O) in meststoffen met twee waardegevende bestanddelen | ± 1,5 procentpunten in absolute termen |
Aangegeven vormen van stikstof (N), fosforpentoxide (P2O5) of kaliumoxide (K2O) in meststoffen met drie waardegevende bestanddelen | ± 1,9 procentpunten in absolute termen |
Totaal en in water oplosbaar magnesiumoxide (MgO), calciumoxide(CaO), zwaveltrioxide (SO3) | – 50 en + 100 % relatieve afwijking van het aangegeven gehalte aan die nutriënten tot maximaal – 2 en + 4 procentpunt in absolute termen |
Totaal en in water oplosbaar natriumoxide (Na2O) | – 25 % van het aangegeven gehalte tot maximaal 0,9 procentpunt in absolute termen + 50 % van het aangegeven gehalte tot maximaal 1,8 procentpunt in absolute termen |
Korrelgrootteverdeling | ± 20 % relatieve afwijking van het aangegeven percentage materiaal dat door een zeef met een bepaalde maaswijdte gaat |
Hoeveelheid | ± 1 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde voor producten van PFC 1 C) I) ± 5 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde voor producten van PFC 1 C) II) |
Micronutriënt | Toegestane toleranties voor het aangegeven gehalte aan vormen van micronutriënt |
---|---|
Concentratie lager dan of gelijk aan 2 % | ± 50 % van de aangegeven waarde |
Concentratie van meer dan 2 % en lager dan of gelijk aan 10 % | ± 50 % van de aangegeven waarde tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Concentratie hoger dan 10 % | ± 1,0 procentpunt in absolute termen |
PFC 2. Kalkmeststof
Vormen van de aangegeven nutriënt en andere aangegeven parameters | Toegestane toleranties voor de aangegeven parameter |
---|---|
Neutraliserende waarde | ± 3 |
Korrelgrootteverdeling | ± 10 % relatieve afwijking van het aangegeven percentage materiaal dat door een zeef met een bepaalde maaswijdte gaat |
Totaal calciumoxide (CaO) | ± 3,0 procentpunten in absolute termen |
Totaal magnesiumoxide (MgO) | |
Concentratie lager dan 8 % | ± 1,0 procentpunt in absolute termen |
Concentraties tussen 8 en 16 % | ± 2,0 procentpunten in absolute termen |
Concentratie hoger dan of gelijk aan 16 % | ± 3,0 procentpunten in absolute termen |
Reactiviteit (zoutzuurtest en incubatietest) | ± 5,0 procentpunten in absolute termen |
Hoeveelheid | ± 1 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
PFC 3. Bodemverbeteraar
Vormen van de aangegeven nutriënt en andere aangegeven parameters | Toegestane toleranties voor de aangegeven parameter |
---|---|
pH | ± 1,0 van de aangegeven waarde |
Organische koolstof (Corg) | ± 10 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 3,0 procentpunten in absolute termen |
Organische stikstof (Norg) | ± 50 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Totaal stikstof (N) | ± 20 % relatieve afwijking tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Totaal fosforpentoxide (P2O5) | ± 20 % relatieve afwijking tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Totaal kaliumoxide (K2O) | ± 20 % relatieve afwijking tot maximaal 1,0 procentpunt in absolute termen |
Gehalte aan droge stof | ± 10 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
Hoeveelheid | ± 5 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
Elektrische geleidbaarheid | ± 75 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
PFC 4. Groeimedium
Vormen voor de aangegeven nutriënt en andere aangegeven parameters | Toegestane toleranties voor de aangegeven parameter |
---|---|
Elektrische geleidbaarheid | ± 75 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
pH | ± 1,0 van de aangegeven waarde |
Hoeveelheid, uitgedrukt als volume (liter of m3) | ± 5 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
Bepaling van de hoeveelheid (volume) van materialen met een deeltjesgrootte van meer dan 60 mm | ± 5 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
Bepaling van de hoeveelheid (volume) van voorgevormd groeimedium | ± 5 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
Stikstof (N), extraheerbaar door CaCl2/DTPA (calciumchloride/diethyleentriaminepenta-azijnzuur; ‘CAT-oplosbaar’) | ± 75 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
Fosforpentoxide (P2O5), extraheerbaar door CaCl2/DTPA (calciumchloride/diethyleentriaminepenta-azijnzuur; ‘CAT-oplosbaar’) | ± 75 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
Kaliumoxide (K2O), extraheerbaar door CaCl2/DTPA (calciumchloride/diethyleentriaminepenta-azijnzuur; ‘CAT-oplosbaar’) | ± 75 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde |
PFC 5. Remmers
Remmende samenstelling | Toegestane toleranties voor het aangegeven gehalte aan remmende samenstelling |
---|---|
Concentratie lager dan of gelijk aan 2 % | ± 20 % van de aangegeven waarde |
Concentratie hoger dan 2 % | 10 % van de aangegeven waarde tot maximaal ± 2 % in absolute termen |
Hoeveelheid: ± 5 % relatieve afwijking van de aangegeven waarde
PFC 6. Biostimulant voor planten
De hoeveelheid voor een biostimulant voor planten mag met ± 5 % afwijken van de aangegeven waarde.
PFC 6 A) Microbiële biostimulant voor planten
De werkelijke concentratie(s) aan micro-organismen mag/mogen met niet meer dan 15 % afwijken van de aangegeven waarde(n)
PFC 7. Bemestingsproductenblend
Aangegeven parameter | Toegestane tolerantie voor de aangegeven parameter |
---|---|
Hoeveelheid | De tolerantie is de som van het relatieve aandeel van elk bestanddeel EU-bemestingsproduct vermenigvuldigd met de tolerantie voor de PFC voor dat bemestingsproduct. Indien niet kan worden bepaald welk aandeel elk EU-bemestingsproduct uitmaakt in de bemestingsproductenblend, wordt van alle PFC’s de strengste tolerantiewaarde als tolerantie genomen. |
Indien de bemestingsproductenblend een of meer tot PFC 6 behorende biostimulanten voor planten bevat, gelden de volgende toleranties voor de aangegeven concentratie aan iedere biostimulant voor planten:
Aangegeven concentratie in g/kg of g/l bij 20 °C | Toegestane tolerantie |
---|---|
Tot en met 25 | ± 15 % relatieve afwijking |
> 25 tot en met 100 | ± 10 % relatieve afwijking |
> 100 tot en met 250 | ± 6 % relatieve afwijking |
> 250 tot en met 500 | ± 5 % relatieve afwijking |
> 500 | ± 25 g/kg of ± 25 g/l |
Voetnoten
Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29).
Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1).
Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1).
Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PB L 140 van 30.5.2002, blz. 10).