NJB 2018/68
Curaçao. Ingebrekestelling. Verzuim. Een schuldeiser vordert ontbinding en schadevergoeding zonder dat hij de schuldenaar in gebreke heeft gesteld. Het hof oordeelt dat de schuldenaar niet in verzuim is. Hoge Raad: Het hof heeft essentiële stellingen van de schuldeiser niet kenbaar betrokken in zijn oordeelsvorming omtrent de toepasselijkheid van art. 6:83 aanhef en onder c BWC
HR 15-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3144
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 december 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. de Groot, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05475
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3144, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1164, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑10‑2017
- Wetingang
(art. 6:83 aanhef onder a en c BWC; art. 6:83 aanhef onder a en c BW)
Essentie
Curaçao. Ingebrekestelling. Verzuim. Een schuldeiser vordert ontbinding en schadevergoeding zonder dat hij de schuldenaar in gebreke heeft gesteld. Het hof oordeelt dat de schuldenaar niet in verzuim is. Hoge Raad: Het hof heeft essentiële stellingen van de schuldeiser niet kenbaar betrokken in zijn oordeelsvorming omtrent de toepasselijkheid van art. 6:83 aanhef en onder c BWC
Partij(en)
A, adv. mrs. B.T.M. van der Wiel en R.R. Verkerk, vs. B, adv. mr. M.A.J.G. Janssen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Partijen hebben afgesproken dat B toezicht zou houden op de verbouwing van de woning van A en daarvoor materialen zou aanschaffen.
In dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.