Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/25.4.8.3
25.4.8.3 Contributiebetalingen
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS371724:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Van Houte duidt betalingen aan verenigingen (waaronder contributies en subsidies), die geen rechtstreeks verband houden met de door de vereniging jegens een verbruiker verrichte prestatie, aan als “inbreng”. C.P.M. van Houte, Inbreng en uitkering bij de stichting en vereniging, Stichting en Vereniging 2002-5, blz. 134.
HvJ EG 21 maart 2002, nr. C-174/00 (Kennemer Golf & Country Club), BNB 2003/30.
Indien de leden het EESV door middel van contributies financieren, zou de btw-behandeling van de contributiebetalingen mijns inziens niet anders moeten zijn dan wanneer zij het EESV door middel van een inbreng financieren.
Alleen een zuivere inbreng is mijns inziens onbelastbaar (zie hoofdstuk 24, paragraaf 24.4.8, over personenvennootschappen). Een onzuivere inbreng is een in de vorm van een inbreng verpakte levering van goederen of diensten. Het vaststellen van de aanwezigheid van een zuivere inbreng betreft een feitelijke aangelegenheid. Het gaat erom of de inbreng geschiedt met het oog op het verkrijgen van een concrete tegenwaarde, of dat de inbreng plaatsvindt om de samenwerking mogelijk te maken. Zodra de inbreng een conditio sine qua non is voor een handeling van de vennootschap of het EESV jegens het lid, bestaat er een rechtstreeks verband tussen de inbreng en de handeling (bijvoorbeeld een betaling of “winstuitkering”) en kan van een bezwarende titel worden gesproken.
Deze uitgangspunten laten zich vertalen naar contributiebetalingen.1 Indien een lid de contributiebetaling verricht om aldus een concrete tegenprestatie van het EESV te verkrijgen (waarbij het toegang krijgen tot faciliteiten, die het EESV biedt op zichzelf al een concrete tegenprestatie kan zijn2), dan is de contributiebetaling een vergoeding voor een prestatie onder bezwarende titel van het EESV jegens het betreffende lid. Dit is te vergelijken met een onzuivere inbreng. Verricht het lid de contributiebetaling om daarmee het EESV van voldoende financiële middelen te voorzien, opdat de samenwerking mogelijk wordt, dan moet de inbreng mijns inziens op dezelfde wijze als de inbreng in een EESV worden beschouwd. Net zoals ten aanzien van de (zuivere) inbreng in een personenvennootschap moet bij de beoordeling of de inbreng zuiver is, mijns inziens in de eerste plaats belang worden toegekend aan hetgeen in het EESV-contract is vastgelegd. Wanneer echter andere omstandigheden erop duiden, dat hetgeen in het EESV-contract is vastgelegd, niet overeenstemt met wat partijen in werkelijkheid hebben beoogd, of met de wijze waarop partijen in werkelijkheid hebben gehandeld, moet daarvan worden afgeweken.