NJ 1958/33
Faillietverklaring van een nalatenschap nadat aan den enigen erfgenaam surséance van betaling is verleend.
HR 11-10-1957, ECLI:NL:HR:1957:10, m.nt. Prof. Mr. J.H. Beekhuis (Faillissement nalatenschap Engelanden)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 1957
- Magistraten
Mrs. Donner, Boltjes, de Jong, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[111957/NJ_1958-33]
- Conclusie
Mr. s'Jacob
- Noot
Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Roepnaam
Faillissement nalatenschap Engelanden
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS137104:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1957:10, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑1957
- Wetingang
Essentie
Faillietverklaring van een nalatenschap nadat aan den enigen erfgenaam surséance van betaling is verleend.
Samenvatting
De faillietverklaring van een nalatenschap kan rauwelijks worden gevorderd, ook als aan den erfgenaam surséance van betaling is verleend en de nalatenschap volledig is begrepen in het vermogen van den erfgenaam.
In anderen zin: de Adv.-Gen.
Uitspraak
[p. 97 ►]
Aan de Hoge Raad der Nederlanden te ‘s-Gravenhage.
Geeft eerbiedig te kennen:
de naaml. venn. N.V. Handelmij v/h S. J. Vos, te Amsterdam, (adv. Mr. W. M. N. Verloop), die de requirante als zodanig zal vertegenwoordigen in cassatie;
dat verzoekster hierbij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.