Inhoudsopgave
TPWS 2018/92:Vergoeding van immateriële schade in het strafproces wegens aantasting in de persoon
TPWS 2018/92
Vergoeding van immateriële schade in het strafproces wegens aantasting in de persoon
Documentgegevens:
Mr. dr. M.J.A. Duker, datum 23-10-2018
- Datum
23-10-2018
- Auteur
Mr. dr. M.J.A. Duker1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS43511:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1. Inleiding
Het slachtoffer van een strafbaar feit kan in een strafzaak als benadeelde partij behalve vergoeding van materiële schade (vermogensschade) ook vergoeding van immateriële schade (nadeel dat niet in vermogensschade bestaat of smartengeld of ideële schade) vorderen. De strafrechter beslist vaak over vorderingen tot vergoeding van immateriële schade, maar of een benadeelde partij schadevergoeding toekomt, dient hij te beoordelen op basis van het civiele recht. Artikel 6:95 van het Burgerlijk Wetboek (verder: BW) biedt de wettelijke grondslag voor vergoeding van nadeel dat niet in vermogensschade bestaat. Het in 1992 ingevoerde artikel 6:106 BW bepaalt nader onder welke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.