Einde inhoudsopgave
Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie
Artikel 55i
Geldend
Geldend vanaf 26-03-2022
- Bronpublicatie:
21-02-2022, Stb. 2022, 120 (uitgifte: 25-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
26-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-02-2022, Stb. 2022, 120 (uitgifte: 25-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Voor elke subsidie-ontvanger geldt dat het fasebedrag of basisbedrag in elk kalenderjaar van de periode waarover subsidie wordt verstrekt wordt gecorrigeerd met:
- a.
de prijs van het primaire product dat door de productie-installatie wordt geproduceerd;
- b.
de opbrengsten of vermeden kosten die voor de subsidie-ontvanger voortvloeien uit het systeem van verhandelbare broeikasgasemissierechten, bedoeld in titel 16.2 van de Wet milieubeheer;
- c.
andere bij ministeriële regeling vast te stellen correcties die een substantiële invloed hebben op het verschil tussen de gemiddelde kostprijs van de vermindering broeikasgas en de relevante gemiddelde marktprijs van de vermindering van broeikasgas en die voortvloeien uit maatregelen van de overheid.
2.
Indien de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde correctie lager is dan het in artikel 55g, eerste of tweede lid, bedoelde basisbroeikasgasbedrag, dan geldt het in dat desbetreffende artikellid bedoelde basisbroeikasgasbedrag, tenzij de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde correctie gelijk is aan nul, dan geldt dat basisbroeikasgasbedrag indien de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde correctie lager is dan dat basisbroeikasgasbedrag.
3.
Bij ministeriële regeling worden jaarlijks voor 1 april de in het eerste lid bedoelde correcties vastgesteld, die kunnen verschillen per categorie productie-installaties en binnen een categorie productie-installaties indien op grond van artikel 55g verschillende basisbroeikasgasbedragen voor een categorie productie-installaties zijn vastgesteld.
4.
Ten behoeve van de voorschotverlening worden bij ministeriële regeling jaarlijks voor 1 november de in het eerste lid bedoelde correcties voor het volgende kalenderjaar vastgesteld, die kunnen verschillen per categorie productie-installaties en binnen een categorie productie-installaties indien op grond van artikel 55g verschillende basisbroeikasgasbedragen voor een categorie productie-installaties zijn vastgesteld, en waarbij voor de kostprijs van de vermindering van broeikasgas de gemiddelde waarde in de periode 1 september tot en met 31 augustus, of in een bij ministeriële regeling te bepalen periode, voorafgaand aan het kalenderjaar wordt gehanteerd. Indien na 1 november bij ministeriële regeling een andere categorie productie-installaties wordt aangewezen waarvoor subsidie kan worden aangevraagd, worden de in het eerste lid bedoelde correcties ten behoeve van de voorschotverlening voor die categorie productie-installaties bij die ministeriële regeling vastgesteld.
5.
Indien een productie-installatie geheel of gedeeltelijk bestaat uit gebruikte materialen, kan Onze Minister in de beschikking tot subsidieverlening een correctie op het ingevolge het eerste lid geldende subsidiebedrag vaststellen.
6.
Indien een productie-installatie ingrijpend wordt gerenoveerd, kan Onze Minister in de beschikking tot subsidieverlening een correctie op het ingevolge het eerste lid geldende subsidiebedrag vaststellen.
7.
Indien het ingevolge het eerste, vijfde of zesde lid geldende bedrag negatief is, bedraagt het bedrag nul.