Einde inhoudsopgave
Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES
Artikel 5.13
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2015
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2012, 27 (uitgifte: 03-02-2012, kamerstukken: 32473)
- Inwerkingtreding
01-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2015, Stb. 2015, 131 (uitgifte: 31-03-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
1.
De vergunning kan slechts in het belang van de bescherming van het milieu worden geweigerd.
2.
De vergunning wordt in ieder geval geweigerd indien:
- a.
door verlening daarvan niet kan worden bereikt dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast;
- b.
verlening daarvan niet in overeenstemming zou zijn met hetgeen overeenkomstig artikel 5.11, derde lid, door het bevoegd gezag in acht moet worden genomen;
- c.
door verlening daarvan strijd zou ontstaan met regels als bedoeld in artikel 5.12.
3.
In afwijking van het eerste lid kan de vergunning tevens worden geweigerd ingeval door verlening daarvan strijd zou ontstaan met een ontwikkelingsplan als bedoeld in de Wet grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning BES.