7.8.4.2 De Deense benadering

Krachtens het Deense recht wordt een nationale splitsing van kracht indien (i) door alle reeds bestaande vennootschappen betrokken bij de splitsing besloten is tot splitsing, (ii) de claims van crediteuren zijn voldaan, (iii) de claims van minderheidsaandeelhouders zijn voldaan en (iv), indien een nieuwe vennootschap wordt opgericht in het kader van een splitsing, een bestuur is benoemd en een accountant is aangewezen (§ 268 Danish Companies Act).

Het Deense recht bevat speciale bepalingen betreffende het van kracht worden van een grensoverschrijdende splitsing. Indien één of meer verkrijgende vennootschappen bij de grensoverschrijdende splitsing worden beheerst door Deens recht – vanuit Deens perspectief een inbound-grensoverschrijdende splitsing –, zal het Deense handelsregister, na verkrijging van een attest voor iedere bij de grensoverschrijdende splitsing betrokken vennootschap die niet wordt beheerst door Deens recht, de grensoverschrijdende splitsing met betrekking tot de door Deens recht beheerste vennootschappen inschrijven (§ 309 lid 3 Danish Companies Act). Indien één of meer verkrijgende vennootschappen bij de grensoverschrijdende splitsing niet worden beheerst door Deens recht – vanuit Deens perspectief een outbound-grensoverschrijdende splitsing – bepaalt § 309 lid 4 Danish Companies Act dat de grensoverschrijdende splitsing van kracht wordt voor deze – door niet-Deens recht beheerste – vennootschappen op het moment dat het Deense handelsregister de grensoverschrijdende splitsing inschrijft.