Einde inhoudsopgave
Rechtspositiebesluit ambtenaren BES
Artikel 46
Geldend
Geldend vanaf 09-10-2011
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij het KB van 06-07-2012, Stb. 337.
- Bronpublicatie:
03-10-2011, Stcrt. 2011, 18097 (uitgifte: 07-10-2011, regelingnummer: 2011-2000437015)
- Inwerkingtreding
09-10-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-10-2011, Stcrt. 2011, 18097 (uitgifte: 07-10-2011, regelingnummer: 2011-2000437015)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Verlof
1.
Indien een persoon, die hetzelfde perceel bewoont als de ambtenaar of ten hoogste veertien dagen tevoren bewoond heeft, lijdende is aan cholera, difterie, gele koorts, pest, pokken (variolae en varioloïdes), roodvonk, febris typhoidea en para-typhus, vlektyphus, of aan een andere bij of krachtens de Wet publieke gezondheid BES aangewezen ziekte, is het de ambtenaar verboden aan de dienst deel te nemen. De ambtenaar is verplicht bij het waarnemen in het perceel van een ziekte als bedoeld, hiervan ten spoedigste kennis te geven aan het hoofd van dienst.
2.
Aan de ambtenaar kan door het hoofd van dienst in geval van ziekten, die voor de omgeving gevaar opleveren, de deelneming aan de dienst worden ontzegd.
3.
Het verbod tot deelneming aan de dienst houdt tevens in het verbod tot betreden van dienstlokalen of terreinen.
4.
De ambtenaar ontvangt over de tijd, gedurende welke het hem overeenkomstig dit artikel verboden is aan de dienst deel te nemen, zijn inkomen.