PJ 2018/157
Vragen over verjaring premievordering in verband met tijdstip opeisbaarheid: Hof oordeelt: na verzenden factuur. Verder vragen over melding betalingsonmacht.
Rb. Rotterdam 27-06-2018, ECLI:NL:RBROT:2018:6205
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
27 juni 2018
- Magistraten
Mr. C. Bouwman
- Zaaknummer
C/10/530430 / HA ZA 17-657
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929700:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Invordering / Uitstel van betaling, kwijtschelding en verjaring
Pensioenen / Pensioenuitvoering en -communicatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:2018:10856, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 14‑11‑2018
ECLI:NL:RBROT:2018:6205, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 27‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Vragen over verjaring premievordering in verband met tijdstip opeisbaarheid: Hof oordeelt: na verzenden factuur. Verder vragen over melding betalingsonmacht.
Samenvatting
Betalingsachterstand aan verplicht Bpf en persoonlijke aansprakelijkheid bestuurder. Hier speelt ten eerste de vraag of het niet betalen van de premie berust op aan de bestuurder te wijten kennelijk onbehoorlijk bestuur in de voorafgaande drie jaar, zoals art. 23 Wet Bpf 2000 vereist. Het gaat om een premiefactuur van maart 2008 en betrokkene is pas in juli 2008 bestuurder geworden. Daarom is het niet aan zijn kennelijk onbehoorlijk bestuur in de voorgaande drie jaar te wijten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.