NJB 2016/146
Pand. Verpanding van een door een pandrecht verzekerde vordering. A heeft een vordering op B. B heeft vorderingen op onder meer C. C heeft vorderingen op derden. A heeft een pandrecht op de vorderingen van B op onder meer C. B heeft een pandrecht op de vorderingen van C op derden. Kan A de vorderingen van C op derden innen? HR: A is gerechtigd de vorderingen van C te innen tot het beloop van A’s vordering op B. Het wettelijk verbod van herverpanding heeft hier geen betrekking op
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/05589
- Roepnaam
ABN AMRO/Marell
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3619, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2418, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2014
- Wetingang
(BW art. 3:242, 3:246 lid 1)
Essentie
Pand. Verpanding van een door een pandrecht verzekerde vordering. A heeft een vordering op B. B heeft vorderingen op onder meer C. C heeft vorderingen op derden. A heeft een pandrecht op de vorderingen van B op onder meer C. B heeft een pandrecht op de vorderingen van C op derden. Kan A de vorderingen van C op derden innen? HR: A is gerechtigd de vorderingen van C te innen tot het beloop van A’s vordering op B. Het wettelijk verbod van herverpanding heeft hier geen betrekking op
Partij(en)
ABN AMRO, adv. mr.F.E. Vermeulen, vs. Marell-nieuw, niet verschenen. ...