NJ 2015/243
Ontbreken aanvulling bewijsmiddelen leidt niet tot vernietiging.
HR 07-10-2014, ECLI:NL:HR:2014:2917, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
13/03193
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS140408:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:2917, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑10‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1532, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑09‑2013
- Wetingang
Art. 36e Sr; art. 359 lid 3, 511e lid 1, 551g lid 2 Sv
Essentie
De uitspraak op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel moet de bewijsmiddelen vermelden waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend met weergave van de inhoud daarvan, voor zover bevattende de voor die schatting redengevende feiten en omstandigheden (vgl. HR 26 maart 2013, NJ 2013/544). Dat de aanvulling met de bewijsmiddelen ontbreekt leidt niet tot vernietiging, nu in de door het hof bevestigde uitspraak van de rechtbank in voldoende mate de wettige bewijsmiddelen zijn vermeld waaraan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend en genoegzaam de inhoud daarvan is weergegeven. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.