Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 3.62 (aanwijzing voor maatregelen verantwoordelijke ministers)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-12-2020, Stb. 2021, 22 (uitgifte: 21-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
De zorg voor het nemen van maatregelen voor Natura 2000-gebieden of gedeelten daarvan als bedoeld in artikel 2.18, eerste lid, onder f, onder 2°, van de wet berust bij:
- a.
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, voor een Natura 2000-gebied of gedeelte daarvan dat een oppervlaktewaterlichaam is dat is aangewezen in bijlage II, onder 1, bij het Omgevingsbesluit;
- b.
Onze Minister van Defensie, voor een Natura 2000-gebied of gedeelte daarvan dat voor militaire doeleinden wordt gebruikt;
- c.
Onze Minister voor Natuur en Stikstof:
- 1°
voor een Natura 2000-gebied of gedeelte daarvan dat wordt beheerd door een van Onze andere Ministers dan die, genoemd onder a en b; of
- 2°
als het gaat om de maatregelen, bedoeld in artikel 2.45, eerste lid, van de wet, voor een Natura 2000-gebied of gedeelte daarvan dat wordt beheerd door een van Onze andere Ministers dan Onze Minister voor Natuur en Stikstof.