Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/11.2.3.5
11.2.3.5 EG-Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS509705:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EG 26 oktober 2006 (Mostaza Claro/Centro Móvil Milenium), C 168/05, NJ 2007, 201, m.nt. M.R. MoK, JBPr 2007, 26, m.nt. G.J. MEIJER & I.P.M. VAN DEN NIEUWENDUK, NTER 2007, blz. 23, m.nt. J. VAN HAERSOLTE en P.J. KREIJGER en NTBR 2007, blz. 149, m.nt. C.M.D.S. PAVILLON; uitvoerig omtrent dit arrest ook H.I. SNIJDERS, Kwaliteit van arbitrage na 100 jaar, in: Honderd jaar Raad van Arbitrage voor de Bouw, blz. 200-216.
Aldus ook M.R. MOK in zijn NJ -noot (sub 3) en E.R. MEERDINK in zijn TvA-noot (sub 12-13) bij HvJ EG 26 oktober 2006 (Mostaza Claro/ Centro Móvil Milenium), C 168/05, NJ 2007, 201, TvA 2007, 55.
Het Europese Hof van Justitie heeft op verzoek om een prejudiciële beslissing tot uitlegging van EG-Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten in de zaak Mostaza Claro/Centro Móvil Milenium beslist dat de richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat zij van een nationale rechter die kennis neemt van een beroep tot vernietiging van een arbitraal vonnis verlangt dat hij de nietigheid van de arbitrageovereenkomst beoordeelt en het arbitraal vonnis vernietigt als hij van oordeel is dat het arbitraal beding oneerlijk is, dit ook als de consument — daartoe zelfs uitgenodigd — de nietigheid van het arbitraal beding niet tijdens het arbitraal geding, maar slechts in het kader van het beroep tot vernietiging heeft opgeworpen.1 Uit het arrest van het Hof van Justitie vloeit mijns inziens voort dat een scheidsgerecht ambtshalve zal toetsen of de overeenkomst tot arbitrage oneerlijk is in de zin van de zojuist genoemde EG-Richtlijn, wil het voorkomen dat zijn arbitraal vonnis wordt vernietigd op de grond dat een arbitraal beding oneerlijk is als zojuist bedoeld (zie daaromtrent voorts 10.4.2.4 sub d).2