Wet op het primair onderwijs
Einde inhoudsopgave
Wet op het primair onderwijs:Artikel 195 Ministeriële bevoegdheden t.a.v. de rechtspersoon, bedoeld in artikel 190; evaluatie
Wet op het primair onderwijs
Artikel 195 Ministeriële bevoegdheden t.a.v. de rechtspersoon, bedoeld in artikel 190; evaluatie
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-04-2022
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 188.
- Bronpublicatie:
25-02-2021, Stb. 2021, 171 (uitgifte: 07-04-2021, kamerstukken: 35605)
- Inwerkingtreding
01-04-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2022, Stb. 2022, 114 (uitgifte: 16-03-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
1.
Artikel 194 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 190.
2.
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de aanwijzing van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 190, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de werkzaamheden van die rechtspersoon.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.