Einde inhoudsopgave
Voorstel van wet houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)
Artikel 19.2 (aanwijzing en afstemming bevoegd gezag)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
In deze afdeling wordt onder bevoegd gezag verstaan:
- a.
het bestuursorgaan waarbij op grond van artikel 18.2 de bestuursrechtelijke handhavingstaak berust of dat op grond van artikel 18.3 of 18.4 bevoegd is tot oplegging van een last onder bestuursdwang, of
- b.
voor zover het ongewoon voorval betrekking heeft op luchtverontreiniging: de commissaris van de Koning.
2.
Als bij een ongewoon voorval meer bevoegde bestuursorganen zijn betrokken, stemmen deze bestuursorganen de nodige maatregelen om de nadelige gevolgen van een ongewoon voorval te voorkomen op elkaar af. In spoedeisende gevallen kan van afstemming worden afgezien, mits zo spoedig mogelijk na het nemen van de eerst noodzakelijke maatregelen afstemming plaatsvindt.