BNB 2014/209
Aan museum verhuurde kunstvoorwerpen behoren onder gegeven omstandigheden tot rendementsgrondslag van box 3
HR 06-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1308, m.nt. J.P. Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 juni 2014
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Wortel
- Zaaknummer
13/01356
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
J.P. Boer
- JCDI
JCDI:ADS919018:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑06‑2014
ECLI:NL:HR:2014:1308, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1138, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 22‑10‑2013
- Wetingang
Art. 5.8 Wet IB 2001
Essentie
Aan museum verhuurde kunstvoorwerpen behoren onder gegeven omstandigheden tot rendementsgrondslag van box 3
Samenvatting
Belanghebbende heeft voor vijf jaren kunstvoorwerpen met een waarde van € 720.000 verhuurd aan een museum tegen een huurprijs van € 57.600 per jaar. De huurprijs zou feitelijk niet worden betaald en belanghebbende zou een jaarlijkse schenking van € 57.600 aan het museum doen. Belanghebbende heeft de schenking als periodieke gift tot zijn persoonsgebonden aftrek gerekend. In cassatie is niet in geschil dat die aftrekpost moet worden aanvaard. Wel is in geschil of de verhuurde kunstwerken moeten worden aangemerkt als voorwerpen van kunst die hoofdzakelijk dienen als belegging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.