Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1104 tot uitvoering van de nauwere samenwerking op het gebied van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van de vermogensrechtelijke gevolgen van geregistreerde partnerschappen
Artikel 28 Rechtsgevolgen ten aanzien van derden
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2016
- Bronpublicatie:
24-06-2016, PbEU 2016, L 183 (uitgifte: 08-07-2016, regelingnummer: 2016/1104)
- Inwerkingtreding
28-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2016, PbEU 2016, L 183 (uitgifte: 08-07-2016, regelingnummer: 2016/1104)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 27, onder f), kan het recht dat tussen de partners van toepassing is op de vermogensrechtelijke gevolgen van een geregistreerd partnerschap, door een partner niet aan een derde worden tegengeworpen in een geschil tussen die derde en een van de partners of beide partners, tenzij de toepasselijkheid van dat recht aan de derde bekend was of had moeten zijn.
2.
De derde wordt geacht over kennis van het op de vermogensrechtelijke gevolgen van het geregistreerde partnerschap toepasselijke recht te beschikken, indien:
- a)
dat recht het recht is van:
- i)
de staat waarvan het recht toepasselijk is op de transactie tussen een partner en de derde;
- ii)
de staat waar de contracterende partner en de derde hun gewone verblijfplaats hebben, of
- iii)
in geval van een vastgoedtransactie, de staat waar het onroerend goed is gelegen,
of
- b)
een van de partners heeft voldaan aan de toepasselijke voorschriften voor openbaarmaking of inschrijving van de vermogensrechtelijke gevolgen van het geregistreerde partnerschap volgens het recht van:
- i)
de staat waarvan het recht toepasselijk is op de transactie tussen een partner en de derde;
- ii)
de staat waar de contracterende partner en de derde hun gewone verblijfplaats hebben, of
- iii)
in geval van een vastgoedtransactie, de staat waar het onroerend goed is gelegen.
3.
Indien het op de vermogensrechtelijke gevolgen van een geregistreerd partnerschap toepasselijke recht krachtens lid 1 door een partner niet aan een derde kan worden tegengeworpen, worden de vermogensrechtelijke gevolgen van het geregistreerde partnerschap ten aanzien van de derde beheerst:
- a)
door het recht van de staat waarvan het recht toepasselijk is op de transactie tussen een partner en de derde, of
- b)
in het geval van onroerende goederen of geregistreerde vermogensbestanddelen of rechten, door het recht van de staat waar het goed is gelegen of waar de vermogensbestanddelen of de rechten zijn ingeschreven.