RFR 2009, 75
Huwelijksvermogensrecht. Onder welke omstandigheden verbeurt een deelgenoot zijn aandeel in een goed op grond van art. 3:194 lid 2 BW?
Hof 's-Hertogenbosch 24-03-2009, ECLI:NL:GHSHE:2009:BH8197
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
24 maart 2009
- Magistraten
Mrs. W.H.B. den Hartog Jager, A.J.M. van Gink, T.F.E. Tjong Tjin Tai
- Zaaknummer
HD 103.004.010
- LJN
BH8197
- JCDI
JCDI:ADS859542:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2009:BH8197, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 24‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
Huwelijksvermogensrecht.
Onder welke omstandigheden verbeurt een deelgenoot zijn aandeel in een goed op grond van art. 3:194 lid 2 BW?
Samenvatting
Partijen hebben tijdens hun huwelijk tegoeden gehad op buitenlandse bankrekeningen en/of contante gelden. Het betrof zogenoemd zwart geld. Het bestaan, althans de omvang van deze tegoeden waren onderwerp van geschil in eerste aanleg. De rechtbank heeft de man bij tussenvonnis bevolen nadere informatie te verstrekken over deze tegoeden. De man voerde in eerste aanleg onder meer aan dat er geen sprake meer is van buitenlandse bankrekeningen, waarop aanzienlijke bedragen staan, die zouden moeten worden verdeeld. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.