Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 30 Interne controle op de begrotingsuitvoering
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2019
- Bronpublicatie:
18-12-2018, PbEU 2019, L 122 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/715)
- Inwerkingtreding
11-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2018, PbEU 2019, L 122 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/715)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
EU-recht / Instituties
1.
Op grond van het beginsel van goed financieel beheer wordt op de uitvoering van de begroting van het orgaan van de Unie een effectieve en doeltreffende interne controle uitgeoefend.
2.
Voor de uitvoering van de begroting van het orgaan van de Unie wordt op alle niveaus van het beheer interne controle uitgeoefend die redelijke zekerheid moet verschaffen over de verwezenlijking van de volgende doelstellingen:
- a)
doeltreffendheid, efficiëntie en zuinigheid van de operaties;
- b)
betrouwbaarheid van de verslaglegging;
- c)
bescherming van activa en informatie;
- d)
preventie, opsporing, correctie en follow-up van fraude en onregelmatigheden;
- e)
adequate beheersing van de risico's in verband met de wettigheid en de regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, rekening houdend met het meerjarige karakter van de programma's en met de aard van de betrokken betalingen.
3.
Een effectieve interne controle is gebaseerd op beproefde internationale methoden en het kader voor interne controle dat door de Commissie is vastgesteld voor haar eigen diensten, en omvat met name de volgende elementen:
- a)
een scheiding van taken;
- b)
een adequate risicobeheersings- en controlestrategie, inclusief controles op het niveau van de ontvangers;
- c)
de vermijding van belangenconflicten;
- d)
adequate auditsporen en de integriteit van de gegevens in gegevenssystemen;
- e)
procedures voor het monitoren van de doeltreffendheid en de efficiëntie;
- f)
procedures voor de follow-up van vastgestelde zwakheden van de interne controle, en uitzonderingen;
- g)
een periodieke evaluatie van de goede werking van het interne controlesysteem.
4.
Een efficiënte interne controle is gebaseerd op de volgende elementen:
- a)
de uitvoering van een adequate, door de relevante bij de controleketen betrokken actoren onderling gecoördineerde risicobeheersings- en controlestrategie;
- b)
de toegankelijkheid van de controleresultaten voor alle relevante, bij de controleketen betrokken actoren;
- c)
gebruikmaking, waar passend, van onafhankelijke auditadviezen, mits de kwaliteit van de onderliggende werkzaamheden adequaat en aanvaardbaar is en deze werden verricht overeenkomstig gevestigde normen;
- d)
de tijdige toepassing van corrigerende maatregelen, waaronder passende en afschrikkende sancties;
- e)
het wegnemen van dubbele controles;
- f)
de verbetering van de kosten-batenverhouding van controles.
5.
Wanneer het orgaan van de Unie buiten de hoofdzetel nog andere kantoren heeft, wordt het internecontrolesysteem ontworpen om de specifieke risico's van de activiteiten van deze kantoren te beperken.