Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie
Partijen en gegevens
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1986
- Bronpublicatie:
09-10-1978, Trb. 1978, 175 (uitgifte: 12-12-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-1986, Trb. 1986, 131 (uitgifte: 01-01-1986, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Bronnen
Trb. 1978, 175
Trb. 1979, 58
Trb. 1986, 131
Trb. 1988, 86
Trb. 1989, 142
Trb. 1991, 15
Trb. 1992, 44
Trb. 1992, 73
Trb. 1999, 101
Trb. 1999, 103
Partijen
Partij | Datum inwerkingtreding | Voorbehoud |
---|---|---|
België | 01-11-1986 | |
Denemarken | 01-11-1986 | |
Duitsland | 01-11-1986 | |
Frankrijk | 01-11-1986 | |
Ierland | 01-06-1988 | |
Italië | 01-11-1986 | |
Luxemburg | 01-11-1986 | |
het Koninkrijk der Nederlanden (het Europese deel van Nederland) | 01-11-1986 | |
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland | 01-01-1987 |
Voorbehouden, verklaringen en bezwaren
1 | Bekrachtiging onder de verklaring dat het Verdrag op de dag waarop het voor de Bondsrepubliek Duitsland in werking treedt, mede voor het ‘Land’ Berlijn geldt. Bij nota van 02-09-1991 heeft de Bondsrepubliek Duitsland in verband met de toetreding van de Duitse Democratische Republiek tot de Bondsrepubliek op 03-10-1990 de volgende mededeling gedaan aan de overige Verdragsluitende Partijen:
|
---|---|
2 | Bekrachtiging door Denemarken onder de verklaring dat de bekrachtiging zich niet tot Groenland uitstrekt. |
3 | Op 08-02-1988 heeft het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen de volgende mededeling ingevolge artikel VI van het Protocol bij het Verdrag van 1968 ontvangen van Denemarken: Article 3 de la convention: Les dispositions danoises en matière de compétence continues à l'article 248 paragraphe 2 de la loi sur la procédure civile ont été modifiées par la loi n° 324 du 4 juin 1986. Les dispositions en vigueur concernant la compétence pour les étrangers basée sur le séjour ou la situation des biens se trouvent maintenant dans l'article 246 paragraphes 2 et 3 de la loi sur la procédure civile. Article 32 de la convention: La dénomination du tribunal auquel doit être présentée la requête conformément à l'article 32 paragraphe 1er a été modifée par la loi n° 260 du 8 juin 1979 de ‘underret’ en ‘byret’. ’ |