Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/825
Ontucht met minderjarige dochter (art. 244, 245 en 249 Sr). Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2010:BM2452. Hof heeft gemotiveerd uiteengezet waarom de verklaringen van aangeefster voldoende steun vinden in de verklaring van haar moeder. Hof heeft daarbij i.h.b. acht geslagen op het onderdeel van de verklaringen van aangeefster inhouden dat verdachte bij de bewezenverklaarde feiten drie zakdoeken gebruikte, die door verdachte bij de tlgde. gedragingen uitgespreid werden neergelegd en voor het afvegen van het zaad werden gebruikt. Hof heeft overwogen dat deze verklaringen steun vinden in de verklaring van de moeder van aangeefster die inhoudt dat het bij haar en verdachte — haar ex-echtgenoot — ook op die manier met drie zakdoeken ging. Hof heeft hierbij in aanmerking genomen dat het gaat om een persoonlijke herkenning door moeder van aangeefster van deze handelswijze van verdachte. Anders dan in het middel betoogd, staat de verklaring van moeder van aangeefster niet in een te ver verwijderd verband met de verklaring van de aangeefster nu de verklaring van moeder van aangeefster betrekking heeft op een specifieke handelswijze van verdachte bij seksuele handelingen en daarmee steun geeft aan de verklaring van aangeefster. Geen schending van art. 342 lid 2 Sv.
HR 23-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1095
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/04751
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1095, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:456, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2020
Essentie
Ontucht met minderjarige dochter (art. 244, 245 en 249 Sr). Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2010:BM2452. Hof heeft gemotiveerd uiteengezet waarom de verklaringen van aangeefster voldoende steun vinden in de verklaring van haar moeder. Hof heeft daarbij i.h.b. acht geslagen op het onderdeel van de verklaringen van aangeefster inhouden dat verdachte bij de bewezenverklaarde feiten drie zakdoeken gebruikte, die door verdachte bij de tlgde. gedragingen uitgespreid werden neergelegd en voor het afvegen van het zaad werden gebruikt. Hof heeft overwogen dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.