Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2020
2.9.3 Stappenplan toepassing afspiegelingsbeginsel bij deeltijdontslag
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2020
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van afkondiging is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Bij de vaststelling van de ontslagvolgorde bij deeltijdontslag wordt zoveel als mogelijk rekening gehouden met de afspiegelingsrechten van de individuele werknemers.1. Voorkomen moet worden dat werknemers met hoge afspiegelingsrechten meer arbeidsuren verliezen dan werknemers met lagere afspiegelingsrechten.
1. Afspiegelingsoverzicht
Eerst wordt een afspiegelingsoverzicht gemaakt conform paragraaf 2.9.1 ‘Stappenplan toepassing afspiegelingsbeginsel’. Dit bevat een overzicht van de ontslagvolgorde zonder dat rekening is gehouden met deeltijdontslag.
2. Rangordelijst
Vervolgens dient de werkgever een zogeheten rangordelijst te maken. In deze rangordelijst staan alle werknemers gerangschikt op basis van hun afspiegelingsrechten; de werknemer met de hoogste afspiegelingsrechten staat bovenaan en de werknemer met de laagste afspiegelingsrechten staat onderaan.2. De volgorde van deze lijst wordt als volgt vastgesteld. Aan de hand van het afspiegelingsoverzicht wordt vastgesteld welke werknemer de laagste afspiegelingsrechten heeft; dit is de werknemer die als eerste voor ontslag in aanmerking komt oftewel de werknemer die voor ontslag voorgedragen zou moeten worden indien er een krimp van één werknemer plaatsvindt. Vervolgens wordt vastgesteld welke werknemer als tweede voor ontslag in aanmerking komt; dit is de werknemer die, naast de als eerste geselecteerde werknemer, voor ontslag voorgedragen zou moeten worden indien er een krimp van twee werknemers plaatsvindt. De lijst wordt dus vastgesteld door telkens een nieuwe afspiegelingsberekening te maken voor één extra werknemer. Hieronder staat een voorbeeld van een rangordelijst.
3. Inventarisatie diensten/uren
Alle beschikbare, te verdelen diensten/uren, worden geïnventariseerd.
4. (Her)verdeling diensten/uren
De beschikbare diensten/uren worden (her)verdeeld over de werknemers waarbij de werknemer met de hoogste afspiegelingsrechten als eerste aan de beurt is (in die zin dat deze werknemer een aanbod dient te krijgen dat in elk geval qua uren zo dicht mogelijk aanligt tegen de omvang van zijn dienstverband) en de werknemer met de laagste afspiegelingsrechten als laatste.
5. Voorstel herverdeelde diensten/uren in twee rondes
De werkgever doet zijn werknemers een voorstel overeenkomstig de in stap 4 (her)verdeelde diensten/uren. Werknemers kunnen dit voorstel accepteren of (gedeeltelijk) weigeren. Voor de werknemers die het voorstel (gedeeltelijk) weigeren, volgt een tweede ronde. In deze tweede ronde verdeelt de werkgever, rekening houdend met de afspiegelingsrechten, alle in de eerste ronde afgewezen diensten/uren. De werkgever doet een tweede (aanvullend) voorstel aan de werknemers die in de eerste ronde (gedeeltelijk) uren/diensten hebben afgewezen.
6. Schriftelijk aanbod wijziging arbeidsovereenkomst
De in de eerste respectievelijk tweede ronde voorgestelde diensten/uren vormen (gezamenlijk) het aanbod van de werkgever.
Indien de werknemer het aanbod (gedeeltelijk) heeft aanvaard, waarbij sprake is van minder uren dan voorheen, moet uit de ontslagaanvraag blijken dat de werkgever de werknemer schriftelijk heeft aangeboden de arbeidsovereenkomst onder dezelfde voorwaarden voort te zetten voor het resterende deel van de overeengekomen arbeidsduur (in lijn met artikel 4 ‘Deeltijdontslag’ van de Ontslagregeling).
Indien een werknemer het aanbod volledig heeft afgewezen, kan de werkgever deze werknemer voor ontslag voordragen zonder dat hij hem een nieuwe arbeidsovereenkomst aanbiedt.
Met de hierboven beschreven methodiek leveren werknemers met de hoogste afspiegelingsrechten het minste aantal uren in en werknemers met de laagste afspiegelingsrechten het meeste aantal uren. Voor de werknemers kan het gevolg zijn dat zij op een andere locatie (wel binnen de bedrijfsvestiging) moeten gaan werken en wellicht ook volgens andere werktijden.
Voorbeeld vaststellen rangordelijst
Er zijn 10 werknemers (A tot en met J) werkzaam in een categorie uitwisselbare functies. In het overzicht wordt tien keer een afspiegelingsberekening gemaakt, steeds voor een extra werknemer. Daaruit volgt de rangordelijst.
15–24 jaar | 25–34 jaar | 35–44 jaar | 45–54 jaar | vanaf 55 jaar | Krimp | Voor te dragen werknemers |
---|---|---|---|---|---|---|
A (2012)1. | B (2003) C (2010) | D (2004) E (2005) F (2009) G (2011) | H (1999) I (2003) | J (1993) | ||
1/10 (0,1) 2/10 (0,2) 3/10 (0,3) 4/10 (0,4) 5/10 (0,5) 6/10 (0,6) 7/10 (0,7) 8/10 (0,8) 9/10 (0,9) 10/10 (1) | 2/10 (0,2) 4/10 (0,4) 6/10 (0,6) 8/10 (0,8) 10/10 (1) 12/10 (1,2) 14/10 (1,4) 16/10 (1,6) 18/10 (1,8) 20/10 (2) | 4/10 (0,4) 8/10 (0,8) 12/10 (1,2) 16/10 (1,6) 20/10 (2) 24/10 (2,4) 28/10 (2,8) 32/10 (3,2) 36/10 (3,6) 40/10 (4) | 2/10 (0,2) 4/10 (0,4) 6/10 (0,6) 8/10 (0,8) 10/10 (1) 12/10 (1,2) 14/10 (1,4) 16/10 (1,6) 18/10 (1,8) 20/10 (2) | 1/10 (0,1) 2/10 (0,2) 3/10 (0,3) 4/10 (0,4) 5/10 (0,5) 6/10 (0,6) 7/10 (0,7) 8/10 (0,8) 9/10 (0,9) 10/10 (1) | 1 wn 2 wns 3 wns 4 wns 5 wns 6 wns 7 wns 8 wns 9 wns 10 wns | G C (+ G) I (+ G, C) F (+ G, C, I) A (+ G, C, I, F) J (+ G, C, I, F, A) E (+ G, C, I, F, A, J) B (+ G, C, I, F, A, J, E) H (+ G, C, I, F, A, J, E, B) D (+ G, C, I, F, A, J, E, B, H) |
Gelet op bovenstaande tien afspiegelingsberekeningen ziet de rangordelijst (van hoogste naar laagste afspiegelingsrechten) er als volgt uit:
D, H, B, E, J, A, F, I, C en G.
Voetnoten
Daarbij geldt natuurlijk ook de regel dat eerst afscheid genomen moet worden van groep 1 (de externe medewerkers/werknemers), groep 2 (de AOW-gerechtigden), groep 3 (oproepkrachten) en groep 4 (de werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst die binnen 26 weken afloopt). Zie ook paragraaf 2.5 ‘Nadere toelichting: eerst beëindigen andere arbeidsrelaties’.
Let op: de werknemers uit groep 2, 3 en 4 worden wel betrokken bij de afspiegeling maar staan niet op de rangordelijst. Van hen wordt immers eerst afscheid genomen. Zie ook paragraaf 2.7.1 ‘Afspiegelingsbeginsel’.
Jaartal tussen haakjes is jaar van indiensttreding.