Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag)
Artikel 84
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 68 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De nog niet opgeloste vraagstukken betreffende het grensoverschrijdende spoorwegverkeer over de Nederlands-Duitse grens dienen zo spoedig mogelijk door de bevoegde Duitse en Nederlandse instanties te worden geregeld. Dit geldt in het bijzonder voor de aanpassing van de vroegere Nederlands-Duitse overeenkomsten en afspraken betreffende de grensoverschrijdende baanvakken aan de huidige omstandigheden.
2.
In dit verband leggen de Verdragsluitende Partijen de nadruk op de bijzondere betekenis van de beide grensoverschrijdende baanvakken Venlo-Kaldenkirchen en Emmerik-Zevenaar. De vraagstukken betreffende deze baanvakken dienen met voorrang te worden geregeld.
3.
Het baanvak Emmerik-Zevenaar wordt met ingang van de nieuwe dienstregeling in 1960 weer opengesteld voor het goederenverkeer per spoor. De nadere uitwerking hiervan zal door de bevoegde Duitse en Nederlandse instanties gezamenlijk worden overeengekomen.