Rb. Amsterdam (vzr.), 09-06-2011, nr. 457047 / KG RK 10-1605
ECLI:NL:RBAMS:2011:BR4040
- Instantie
Rechtbank Amsterdam (Voorzieningenrechter)
- Datum
09-06-2011
- Zaaknummer
457047 / KG RK 10-1605
- LJN
BR4040
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2011:BR4040, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 09‑06‑2011; (Kort geding)
Uitspraak 09‑06‑2011
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector civiel recht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rekestnummer: 457047 / KG RK 10-1605
Beschikking van 9 juni 2011
in de zaak van
1. de rechtspersoon naar Italiaans recht
NAONIS COSTRUZIONI S.R.L.,
gevestigd te Caserta (Italië),
2. de rechtspersoon naar Italiaans recht,
CIMOLAI S.P.A.,
gevestigd te Pordenone (Italië),
verzoeksters,
advocaat mr. E.J.R. Verwey te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KRAKOM ADVIES BV,
gevestigd te Amsterdam,
verweerster,
advocaat mr. F.J. Schoute te Amsterdam.
Verzoekers zullen hierna gezamenlijk Naonis c.s. worden genoemd en afzonderlijk Naonis respectievelijk Cimolai. Verweerster zal hierna Krakom worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikking van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 10 februari 2011, waarbij de zaak is aangehouden tot 17 maart 2011 (hierna: de tussenbeschikking van
10 februari 2011);
- de brief met bijlagen van Schoute voornoemd van 25 februari 2011 (eerst ingekomen ter griffie op 28 maart 2011);
- de brief met bijlagen van Verwey voornoemd van 7 april 2011.
2. De beoordeling
2.1. Het Hof van Beroep te Rome (hierna: het Hof van Beroep) heeft bij beslissing van 2 maart 2011 het door Krakom op 10 november 2010 ingestelde verzetschrift tegen de beslissing van het Hof van Beroep van 27 oktober 2010 niet ontvankelijk verklaard omdat tegen die beslissing geen rechtsmiddel kan worden ingesteld.
Dit betekent dat de beslissing van het Hof van Beroep van 27 oktober 2010, waarbij de tijdelijke schorsing van de tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis van 21 april 2009 werd opgeheven, definitief is geworden.
2.2. Hieruit volgt dat Krakom geen beroep meer toekomt op de mogelijkheden tot schorsing (in de zin van opschorting) van de tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis door de voorzieningenrechter op de gronden als vermeld in artikel V lid 1 sub e van het Verdrag van New York 1958 (hierna: het Verdrag), te weten: “The award has not yet become binding on the parties, or has been set aside or suspended by a competent authority of the country in which, or under the law of which, that award was made” dan wel op de grond “if an application for the setting aside of the award had been made to a competent authority” als vermeld in artikel VI van het Verdrag.
2.3. Daarmee wordt toegekomen aan het verweer van Krakom, neerkomend op het verzoek aan de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis te schorsen totdat over de door Krakom op 8 april 2010 bij het Hof van Beroep ingestelde vordering tot vernietiging van het arbitrale vonnis onherroepelijk is beslist, op grond van artikel 1076 lid 7 juncto artikel 1066 lid 2 Rv.
2.4. Het ter mondelinge behandeling van de zaak op 29 juni 2010 gevoerde betoog van Naonis c.s. dat artikel 1076 Rv niet van toepassing is aangezien het Verdrag van toepassing is, faalt. Het Verdrag laat immers toepassing van nationaal recht van het land waar tenuitvoerlegging wordt verzocht, toe. Hieruit volgt dat het mogelijk is voor Krakom het verzoek tot – schorsing van – tenuitvoerlegging van het arbitraal vonnis te baseren op artikel 1076 lid 7 juncto artikel 1066 lid 2 Rv.
2.5. Bij de beantwoording van de vraag of er gronden zijn voor schorsing van de tenuitvoerlegging als bedoeld in artikel 1076 lid 7 juncto artikel 1066 lid 2 Rv dient de voorzieningenrechter zich een voorlopig oordeel te vormen over de (kans van slagen van de) vordering tot vernietiging en dienen tevens de belangen van partijen te worden gewogen. Krakom heeft in dit verband aangevoerd dat het oordeel van het Hof van Beroep omtrent het schorsingsverzoek voorlopig maatgevend dient te zijn. Zoals hiervoor reeds is overwogen, heeft het Hof van Beroep het schorsingsverzoek definitief afgewezen. In hetgeen het Hof van Beroep in haar beslissingen van 24 juni 2010 en 27 oktober 2010 heeft overwogen en hetgeen Krakom hieromtrent heeft aangevoerd ziet de voorzieningenrechter onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen concluderen dat de door Krakom ingestelde vernietigingsprocedure kans van slagen heeft. Derhalve bestaat geen aanleiding de tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis op die grond te schorsen.
Een afweging van de wederzijdse belangen van partijen leidt niet tot een ander oordeel.
De door Krakom gestelde omstandigheid dat tenuitvoerlegging van het arbitrale vonnis, gelet op de hoogte van het daarin toegewezen bedrag, de continuïteit van Krakom in acuut gevaar zou kunnen brengen, legt in dit verband onvoldoende gewicht in de schaal. Deze enkele – niet nader onderbouwde – omstandigheid mag er niet aan in de weg staan dat Naonis c.s. de mogelijkheid wordt ontnomen haar rechten voortvloeiend uit het arbitrale vonnis uit te oefenen.
2.6. Alles overziend komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat het verzoek van Naonis c.s. te bepalen dat het tussen Costruzioni Armando Cimolai s.p.a. en Naonis Costruzioni s.r.l. enerzijds en Naos s.p.a. anderzijds gewezen arbitrale vonnis van 21 april 2009 (waarvan een, door de rechtbank te Rome, gewaarmerkt afschrift is overgelegd door Naonis c.s. als productie 3 bij verzoekschrift) in Nederland wordt erkend en Naonis c.s. verlof te verlenen tot tenuitvoerlegging daarvan in Nederland ten laste van Krakom, toewijsbaar is.
2.7. Dit brengt de voorzieningenrechter bij de beoordeling van het subsidiaire verweer van Krakom, inhoudende het verzoek om aan deze toewijzing van het verzoek van Naonis c.s. een bevel tot het stellen van genoegzame zekerheid te verbinden. De voorzieningenrechter begrijpt dat Krakom zich terzake van deze zekerheidsstelling beroept op artikel 1066 lid 5 slot Rv.
Krakom heeft haar verzoek niet onderbouwd, ook niet naar aanleiding van het Naonis c.s. ter mondelinge behandeling van de zaak op 29 juni 2010 gevoerde betoog dat geen sprake is van een restitutierisico bij Naonis c.s. Gelet hierop en in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen en geoordeeld, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding Naonis c.s. te bevelen zekerheid te stellen zoals bedoeld in artikel 1066 lid 5 slot Rv.
2.8. Krakom dient, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Naonis c.s. begroot op
EUR 111,00 aan verschotten,
EUR 1.356,00 aan salaris advocaat, zijnde 3 punten tarief EUR 452,--,
EUR 1.467,00 totaal.
De begrote 3 punten worden gespecificeerd als volgt:
1,0 verzoekschrift,
1,0 mondelinge behandeling,
0,5 als akte met bijzondere inhoud te kwalificeren brieven aan de zijde van Naonis c.s. naar
aanleiding van de beschikking van 26 augustus 2010,
0,5 als akte met bijzondere inhoud te kwalificeren brieven aan de zijde van Naonis c.s. naar
aanleiding van de beschikking van 10 februari 2011.
3. De beslissing
De voorzieningenrechter
3.1. bepaalt dat het tussen Costruzioni Armando Cimolai s.p.a. en Naonis Costruzioni s.r.l. enerzijds en Naos s.p.a. anderzijds gewezen arbitrale vonnis van 21 april 2009 (waarvan een, door de rechtbank te Rome, gewaarmerkt afschrift is overgelegd door Naonis c.s. als productie 3 bij verzoekschrift) in Nederland wordt erkend en verleent Naonis c.s. verlof tot tenuitvoerlegging daarvan in Nederland,
3.2. veroordeelt Krakom in de proceskosten, aan de zijde van Naonis c.s. tot op heden begroot op EUR 1.467,00,
3.3. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.J. van Eekeren en in het openbaar uitgesproken op 9 juni 2011.?