Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1781 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2020/1828 en Verordening (EU) 2023/1542, en tot intrekking van Richtlijn 2009/125/EG
Artikel 60 Operationele verplichtingen van aangemelde instanties
Geldend
Geldend vanaf 18-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1781 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 2024/1781)
- Inwerkingtreding
18-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1781 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 2024/1781)
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
1.
Aangemelde instanties voeren conformiteitsbeoordelingen uit volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures in de op grond van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen.
2.
De conformiteitsbeoordelingen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij wordt voorkomen dat marktdeelnemers onnodig worden belast. Aangemelde instanties houden bij de uitoefening van hun activiteiten naar behoren rekening met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve technologische complexiteit van de producten en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
Hierbij eerbiedigen zij echter de striktheid en het beschermingsniveau die nodig zijn opdat het product voldoet aan de relevante bepalingen.
3.
Indien een aangemelde instantie van oordeel is dat een fabrikant niet aan de relevante vereisten of overeenkomstige geharmoniseerde normen, gemeenschappelijke specificaties of andere technische specificaties voldoet, eist zij dat die fabrikant passende corrigerende maatregelen treft met het oog op een definitieve conformiteitsbeoordeling, tenzij de tekortkomingen niet kunnen worden hersteld, in welk geval zij geen certificaat afgeeft, noch een goedkeuringsbesluit neemt.
4.
Wanneer een aangemelde instantie bij monitoring van de conformiteit na verlening van een certificaat in overeenstemming met de conformiteitsbeoordelingsprocedures waarin is voorzien in een op grond van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling, of goedkeuringsbesluit vaststelt dat een product of de fabrikant niet of niet meer conform is, eist zij dat de fabrikant passende corrigerende maatregelen treft en schorst zij zo nodig het certificaat of goedkeuringsbesluit, of trekt zij dit zo nodig in.
5.
Indien geen corrigerende maatregelen worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten of goedkeuringsbesluiten door de aangemelde instantie naargelang het geval beperkt, geschorst of ingetrokken.