Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsreglement Europees Octrooiverdrag 2000
Regel 12c Commissie Kamers van Beroep en procedure voor de aanneming van de reglementen voor de procesvoering van de kamers van beroep en van de Grote Kamer van beroep
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Redactionele toelichting
Nog openstaande onderdelen van de hervorming van de kamers van beroep worden op 01-01-2017 van kracht. De onderdelen die betrekking hebben op de nieuwe President van de kamers van beroep en de delegatie van bevoegdheden aan hem door de President van het Octrooibureau treden evenwel pas in werking zodra de nieuwe President van de kamers van beroep aantreedt. De onderdelen ter voorbereiding van de inwerkingtreding van de hervorming die op 01-07-2016 van kracht werd zijn vanaf 01-07-2016 van toepassing.
- Bronpublicatie:
30-06-2016, Trb. 2017, 34 (uitgifte: 03-03-2017, regelingnummer: CA/D 6/16)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2016, Trb. 2017, 34 (uitgifte: 03-03-2017, regelingnummer: CA/D 6/16)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Raad van Bestuur stelt een commissie in (de „Commissie Kamers van Beroep”) om hem en de President van de kamers van beroep te adviseren over de Kamers van Beroep Eenheid in het algemeen en om de reglementen voor de procesvoering van de kamers van beroep en van de Grote Kamer van beroep aan te nemen. De Commissie bestaat uit zes leden die door de Raad van Bestuur worden benoemd, van wie drie afkomstig zijn van de delegaties van de Verdragsluitende Staten in de zin van artikel 26, en drie zittende of voormalige rechters zijn van internationale of Europese gerechtelijke instanties of van de nationale gerechtelijke instanties van de Verdragsluitende Staten. De President van het Europees Octrooibureau en de President van de kamers van beroep hebben het recht de bijeenkomsten van de Commissie bij te wonen. Nadere details, met name wat betreft de samenstelling van de Commissie, plaatsvervangende leden, werkafspraken en taken bij het adviseren van de Kamers van Beroep Eenheid, worden door de Raad van Bestuur bepaald in het besluit tot oprichting van de Commissie Kamers van Beroep.
2.
Op voorstel van de President van de kamers van beroep en nadat de President van het Europees Octrooibureau in de gelegenheid is gesteld commentaar te leveren, neemt de ingevolge het eerste lid ingestelde Commissie de reglementen voor de procesvoering van de kamers van beroep en van de Grote Kamer van beroep aan.