Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 318/2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker
Artikel 33 Vaststelling van de restitutie bij uitvoer
Geldend
Geldend vanaf 03-03-2006
- Bronpublicatie:
20-02-2006, PbEU 2006, L 58 (uitgifte: 28-02-2006, regelingnummer: 318/2006)
- Inwerkingtreding
03-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2006, PbEU 2006, L 58 (uitgifte: 28-02-2006, regelingnummer: 318/2006)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Agrarisch recht (V)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De hoeveelheden die kunnen worden uitgevoerd met een uitvoerrestitutie, worden toegewezen volgens de methode:
- a)
die het best is aangepast aan de aard van het product en aan de situatie op de betrokken markt, zodat de beschikbare middelen zo doeltreffend mogelijk kunnen worden gebruikt, rekening houdend met de doeltreffendheid en de structuur van de uitvoer van de Gemeenschap, zonder dat dit leidt tot discriminatie tussen de betrokken marktdeelnemers, en met name tussen grote en kleine marktdeelnemers;
- b)
die, gezien de beheerseisen, administratief het minst belastend is voor de marktdeelnemers.
2.
De uitvoerrestituties zijn voor de gehele Gemeenschap gelijk. Zij kunnen naar gelang van de bestemming worden gedifferentieerd indien dit wegens de situatie op de wereldmarkt of de specifieke vereisten van bepaalde markten noodzakelijk is.
De uitvoerrestituties worden vastgesteld volgens de in artikel 39, lid 2, bedoelde procedure.
De uitvoerrestituties kunnen:
- a)
periodiek worden vastgesteld;
- b)
door middel van een openbare inschrijving worden vastgesteld voor de producten waarvoor deze procedure in het verleden gold.
De Commissie kan de periodiek vastgestelde uitvoerrestituties zo nodig op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief tussentijds wijzigen.
3.
Voor de in artikel 32, leden 1 en 2, bedoelde producten die worden uitgevoerd in ongewijzigde staat, worden de uitvoerrestituties slechts toegekend mits een uitvoercertificaat wordt aangevraagd en overgelegd.
Het bedrag van de restitutie bij uitvoer van de in artikel 32, leden 1 en 2, bedoelde producten die worden uitgevoerd in ongewijzigde staat, is het bedrag dat geldt op de dag van indiening van de certificaataanvraag en, in het geval van een gedifferentieerde restitutie, het bedrag dat op diezelfde dag geldt voor:
- a)
de op het certificaat vermelde bestemming of
- b)
in voorkomend geval, de werkelijke bestemming indien deze verschilt van de op het certificaat vermelde bestemming, in welk geval het toe te passen bedrag niet hoger kan zijn dan het bedrag dat geldt voor de op het certificaat vermelde bestemming.
4.
De werkingssfeer van lid 3 kan volgens de in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (1) bedoelde procedure worden uitgebreid tot de betrokken producten die worden uitgevoerd in de vorm van in bijlage VII bij de onderhavige verordening genoemde verwerkte producten. Uitvoeringsbepalingen hiervoor worden vastgesteld volgens diezelfde procedure.
Voetnoten
PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).